Het is deze zaterdag exact dertig jaar geleden dat een van de beste spelers in de geschiedenis van het voetbal neerstreek bij PSV. Ronaldo Luís Nazário de Lima werd snel in de armen gesloten in Eindhoven en scoorde in zijn eerste seizoen meteen dertig keer. In VI Rebound: een terugblik op het eerste Nederlandse jaar van het fenomeen.
Als Louis van Gaal in de zomer van 1994 zijn zin had gekregen, had Patrick Kluivert een jaar later waarschijnlijk nooit het winnende doelpunt voor Ajax gemaakt in de Champions League-finale tegen AC Milan. De Amsterdamse trainer heeft dertig jaar geleden ondanks het behalen van de landstitel behoefte aan creativiteit voorin, spelers die uit het niets iets verrassends kunnen doen. De twintigjarige Ryan Giggs is zo’n speler, maar de Welshman van Manchester United kost dan al vijftien miljoen gulden. Dat zijn bedragen die Ajax in die tijd niet betaalt. Van Gaal heeft nog een ander supertalent op het oog. Van de Braziliaan Ronaldo weet hij dat die op zeventienjarige leeftijd al liefst 44 keer heeft gescoord in 47 wedstrijden voor Cruzeiro.
In mei 1994 vliegen scout Ton Pronk en assistent-trainer Gerard van der Lem naar Brazilië om Ronaldo nog één keer te zien spelen. Ten einde concurrenten niet wakker te maken, reizen ze niet via Schiphol, maar via Düsseldorf. PSV heeft het beugeldragende wonderkind dan echter al ruim een half jaar op de radar staan. Succes kent vele vaders en ook over wie Ronaldo ontdekte, gaan meerdere verhalen. Meesterscout Piet de Visser zag hem naar eigen zeggen voor het eerst. Als zestienjarige schitterde de spits volgens De Visser op een jeugdtoernooi in het Franse Saint-Brieuc.
