Zes jaar op rij werd Barcelona of Real Madrid kampioen in Spanje, maar dit seizoen is Atlético Madrid titelkandidaat nummer één. Daar verandert de nederlaag tegen Real van vorig weekend weinig aan. Hoe Diego Simeone in zijn achtste jaar als coach van Los Colchoneros heeft toegewerkt naar een nieuwe piek.
Pep Guardiola, Tito Vilanova, Tata Martino, Luis Enrique, Ernesto Valverde, Quiqué Setién en Ronald Koeman zijn allemaal Barcelona-trainer geweest sinds de aanstelling van Simeone bij Atlético. Bij Real Madrid stonden José Mourinho, Carlo Ancelotti, Rafa Benítez, Zinedine Zidane, Julen Lopetegui, Santiago Solari en opnieuw Zidane in die periode aan het roer.
Zet de coaches die ondertussen de leiding hebben gehad bij de rivalen op een rij en het besef dringt nog meer door hoe bijzonder het is dat Simeone op 1 januari al negen jaar in dienst is als trainer van Atlético. Het hoogtepunt was de titelwinst in het seizoen 2013/14. Van de selectie die toen de top van Spanje bereikte, zijn alleen nog José María Giménez en Koke over. Het is zinloos te proberen een kopie van de kampioensploeg van toen te creëren. Bovendien was een deel van de Atlético-aanhang niet meer zo gecharmeerd van de succesaanpak, hoe gek dat ook klinkt bij een club die begin deze eeuw nog van ver moest komen na de degradatie naar de Segunda División. Zelfs bij supporters die eraan gewend raakten te lijden in de schaduw van Real Madrid gingen de 1-0 zeges tegen clubs als Getafe en Levante vervelen. Kon het niet allemaal wat spectaculairder?