Voetbal International viert dit jaar zijn zestigjarig jubileum. Naar aanleiding daarvan herplaatsen we elke weekeindedag een verhaal uit ons rijke archief. We houden daarbij geen chronologische volgorde aan. De ene dag kunnen we uitpakken met een artikel over het EK 1988, terwijl we de dag erna een interview met de toen als trainer doorbrekende Arne Slot uit 2019 nog eens kunnen publiceren.
Wim Suurbier sierde de cover van het kerstnummer van 1980. De iconische rechtsback van het Gouden Ajax was op dat moment actief voor Sparta, dat hem huurde van Los Angeles Aztecs. Met Johan Derksen haalde Suurbier - die in 2020 op 75-jarige leeftijd zou overlijden - een nachtje door.
Wim Suurbier is met zijn 35 jaar inmiddels een veteraan, maar zowel op het veld als aan de bar gaat hij nog voor niemand opzij. Hij speelt nog steeds op het hoogste niveau en tijdens slopende stapavonden is hij niet kapot te krijgen. Voetbal International zakte door met Wim Suurbier op het Leidseplein, we weken even uit naar de Achterburgwal voor een bezoek aan het Live Show Theater Casa Rosso, om vervolgens weer op het Leidseplein te eindigen.
De Hoopman Bodega is eigendom van de schoonvader van Piet Keizer en was in het verleden een verzamelplaats voor Ajax-spelers. Wim Suurbier wordt met gejuich ontvangen door de barkeepers en door de heer en mevrouw Hoopman, die toevallig even langswippen. 'Ik mis Amsterdam geen moment, maar het doet me goed dat ik weer eens op het Leidseplein zit. In Los Angeles kom ik nooit down town, ik woon een half uur buiten de stad, aan zee. Het is nogal gevaarlijk in Los Angeles, daarom zien ze mij daar weinig. Je hoeft niet down town om een restaurant te vinden, je hebt er overal uitstekende McDonald’s. Hier in Nederland krijg je er alleen troep, maar in Amerika kun je er goed eten. Eettenten worden streng gecontroleerd. Het moet er schoon zijn en er moet goed vlees verkocht worden. Je kunt je wel in het nachtleven storten, maar ik zoek het gevaar nooit op. In bars is men namelijk veel agressiever dan hier. Hier kun je een dolletje maken, in Amerika wordt men dan meteen kwaad. Ik trek me er trouwens weinig van aan, wanneer ik uitga, voel ik me blij, dan ben ik lollig. Daar moeten die Amerikanen dan maar aan wennen, ik heb er maling aan.'
Ze heet Ana, met één n, is 24 jaar en geboren en getogen in Albuquerque aan de oevers van de Rio Grande, in New Mexico. Ze ging naar de grote stad voor een carrière als fotomodel en liep als cheer leader van Los Angeles Aztecs tegen Wim Suurbier op. 'De meeste mensen zijn bang voor Wim, mijn vriendinnen moeten niets van hem hebben. Wanneer we ergens zitten, gedraagt hij zich altijd erg rumoerig. Iedereen kijkt altijd naar ons tafeltje, heel vervelend.' Wim vindt het totaal geen probleem. 'Ze moeten maar aan me wennen, ik ben tenminste mezelf. Het bevalt me er prima en er wonen erg veel Nederlanders, waar ik mee omga. Het is wel een heel ander land. Je kunt zo een pistool kopen. Ik woon gelukkig in een rustige buurt, daar is zoiets niet nodig, maar ik ben aan mijn knie geopereerd in een ziekenhuis midden in een negerwijk. Daar moet je heel voorzichtig zijn. Voor de rest merk ik weinig van rassendiscriminatie. Ik ken negers die hele hoge functies hebben. In ons elftal spelen ook een paar negers, dat gaat prima. Wij sportjongens doen niet zo moeilijk.'