Maurice Steijn keerde zaterdagavond officieel terug op zijn oude post als hoofdtrainer van Sparta, de club die Jeroen Rijsdijk – die zich gepiepeld voelt – een dag eerder aan de kant schoof. Steijn moet gaan aantonen dat het niet aan de samenstelling van de selectie ligt. Verslag van vier roerige dagen bij de Kasteelclub.
Op donderdag werd derdedivisionist Hercules door de ploeg van trainer Jeroen Rijsdijk in het bekertoernooi aan de kant geschoven na verlenging: 1-6. Op vrijdag werd diezelfde Rijsdijk de wacht aangezegd en gaf technisch directeur Gerard Nijkamp tekst en uitleg op Het Kasteel. Op zaterdag werd Maurice Steijn aangesteld als opvolger. Op zondag werd eerst Jay Driessen aangesteld als nieuwe assistent-trainer en verloor Sparta later die dag onder toeziend oog van Steijn kansloos met 1-4 van FC Utrecht onder de aanblijvende assistent Nourdin Boukhari.
Tot zover de beknopte samenvatting van een uiterst roerige week op Spangen. Wat vooral blijft hangen? Allereerst het optimisme onder het merendeel van de Sparta-volgelingen over de rentree van Steijn als trainer van Sparta. Hij heeft het hoogste puntengemiddelde van alle Sparta-trainers in de Eredivisie in de clubhistorie, hield Sparta op wonderbaarlijke wijze in de Eredivisie en werd het jaar erop zesde. Ajax pikte hem op als overperformer (dixit Sven Mislintat), maar in Amsterdam liep hij een flinke kras op zijn trainers-cv op.