Na de eclatante 7-0 overwinning tegen Noorwegen was het examenkoorts bij Oranje. Sarina Wiegman riep de speelsters bij zich en vertelde welke vrouwen mee mogen naar de Olympische Spelen in Japan.
Sarina Wiegman verdiende een standbeeld. En ze kréég er ook één. Op wat ze in Zeist zo graag de middenstip van Nederland noemen, staat nu ook een vrouw in de beeldentuin tussen de grootste voetballers van ons land. Tussen Marco van Basten en Johan Neeskens om precies te zijn. Ze was vereerd die zonnige dag. Ook een beetje ongemakkelijk onder alle loftuitingen van mensen als Louis van Gaal en Dick Advocaat. En geroerd, toen haar dochter haar niet alleen een geweldige trainer maar bovenal een fantastische moeder vond.
Er was gelach toen ze een kleine replica kreeg en zei dat ze daar een mooi plaatsje voor ging zoeken. Gelach omdat haar echtgenoot genereus ter plekke aanbood dan maar wat van zíjn standbeeldjes aan de kant te schuiven. Wiegman wees op het kunstwerk. De vouw in haar broek, het speldje in het haar en de sneakers; zelfs nu waren de details belangrijk. Toen de honderd genodigden afzakten voor een drankje, was er even tijd voor een gesprekje. Binnen tien seconden ging het al over Japan.