Als tiener stond Jeroen Heubach (45) tussen de fanatieke supporters van FC Twente, als voetballer van de club groeide hij uit tot een cultfiguur. Over het onvermoede heldenleven van een geboren Enschedeër.
Koffie doet soms vreemde dingen met mensen. Staand voor het apparaat, net als hij nog een keer wil bijschenken, trekt Jeroen Heubach zijn shirt uit. Wat tevoorschijn komt is een bovenlichaam met tatoeages. Opgewekt geeft hij een rondleiding langs de beeltenissen.
‘Hier’, wijst hij, ‘zit het rugnummer dat ik jarenlang droeg. 12. Het was het enige nummer dat vrij was toen ik in 2000 terugkeerde bij FC Twente en de symboliek spreekt mij aan. De Twaalfde Man. Met z’n allen achter de ploeg. De rest van mijn tatoeages heeft met Japan te maken. Zo staat de 12 afgebeeld in de kop van een koikarper. Mooi beest, een koi. Die moet namelijk altijd tegen de stroom in en is dus een echte vechter. Daarin herken ik wel wat van mezelf. En de koi loopt op mijn rug weer over in een draak en daarin herkent mijn vrouw weer wat. Tenslotte ben ik een draak van een kerel, hahaha. Mijn ouders vinden die tatoeages maar niks trouwens. Andere generatie, hè.’