Geen Olympische Spelen voor de Oranje Vrouwen. Twee keer was het niet goed genoeg. Tegen Spanje niet en tegen Duitsland niet. En dus is het niet gek dat er gezocht wordt naar oorzaken. Tijd voor bezinning of een toevallige samenloop van omstandigheden? Het antwoord lijkt er ergens daar tussenin te liggen.
Terwijl de Duitsers het bereiken van de Olympische Spelen vierden, liepen de Oranje Vrouwen een rondje langs het publiek in Heerenveen. Veelal met gebogen hoofden. De teleurstelling was groot, langzaam drong het door dat het doel niet was bereikt. De speaker van dienst riep de fans op de vrouwen te bedanken voor de prestatie die ze geleverd hadden. Dat klonk wat ongepast nadat Oranje voor de tweede keer in vijf dagen een kansloze nederlaag leed. Geen moment heeft de ploeg van Andries Jonker aanspraak gemaakt op een ticket voor Parijs. Op papier wel, maar in de praktijk nooit.
‘Het was niet goed genoeg’, berustte Jonker. ‘We hebben zo hard geknokt om bij de laatste vier te komen, dan is het frustrerend dat je uiteindelijk niets hebt’, zei Daniëlle van de Donk, die duidelijk moeite had om woorden te vinden. Ze was niet de enige. Jackie Groenen stond haar tranen weg te snikken tijdens een interview, bij andere speelsters viel de teleurstelling van de gezichten te scheppen. Het was confronterend en teleurstellend tegelijk. De olympische droom was uiteengespat. ‘Weer in het zicht van een prijs gestrand’, concludeerde Jonker. ‘Op het WK en nu weer. Niemand verwachtte ons in de kwartfinale, niemand verwachtte ons bij de Final Four, maar we staan met lege handen. Daar balen we van.’