Na die ene toevallige ontmoeting in het Cardiff House of Sport zal het leven van Max Kilman nooit meer hetzelfde zijn. Eind december 2016 blaast hij met een subliem optreden als international van het Engelse zaalvoetbalteam zijn al min of meer in duigen gevallen droom nieuw leven in. Over een topper in wording, die op 24-jarige leeftijd al een atypische loopbaan vol unieke verhaallijnen achter zich heeft liggen.
Nabij Stamford Brigde wordt op 23 mei 1997 een jongetje geboren. Roepnaam: Max. Voluit: Maximilian. De volledige naam verraadt het al. Zo Brits als de op dat moment voor het Chelsea van player-manager Ruud Gullit strijdende Dennis Wise en de dan nog maar zestienjarige en piepjonge John Terry is het verhaal van Kilman zeker niet. Zijn ouders zijn afkomstig uit de Sovjet-Unie. Moeder Maria is een model, geboren in het Oekraïense Kiev. Vader Alex is een duizendpoot. Hij ontmoet Maria als eigenaar van een modellenbureau dat hij runt in Moskou. Later zou Alex Kilman onder meer als pokeraar en kunsthandelaar zijn brood verdienen.
Die veelzijdige jobs brengen het Oost-Europese koppel naar Londen, waar de wieg staat van de sierlijke en 1.92 meter lange verdediger die dit seizoen indruk maakt in de Premier League. In zijn jonge jaren verkast Kilman veelvuldig voor een tijdje naar Kiev, waar de familie van zijn moeder nog steeds woont. Thuis wordt Engels en Russisch gesproken en ook Moskou is nog geregeld plaats van bestemming, al is het overgrote deel van de familie van vader Alex naar New York geëmigreerd. De linkspoot met inmiddels nummer 23 op de achterzijde van zijn Wolverhampton Wanderers-shirt weet in die onbekommerde jaren nog niet dat hem een bijzondere voetbalreis wacht. Die van een laatbloeier, die uiteindelijk via een unieke omweg nog de Premier League haalt.