Jean-Paul van Gastel (51) maakt maandag zijn debuut als hoofdtrainer in het Nederlandse betaalde voetbal. Als jongen van de stad moet de Bredanaar zijn jeugdliefde NAC Breda uit het slop trekken. Maar wat voor trainer haalt de volksclub binnen? Giovanni van Bronckhorst en Karim El Ahmadi vertellen over het Feyenoord-icoon.
'Van oudsher zijn we een echt NAC-gezin', vertelt Van Gastel in 2019 in een uitgebreid interview aan VI. Hij geeft aan familie te zijn van Peter van de Merwe, een neef van zijn vader en de oud-doelman die als speler van NAC het Nederlands elftal haalde. Zijn vader, metselaar, stukadoor en tegelzetter in de bouw, goot de liefde voor de club er met de paplepel in. 'Als kind gingen we op zaterdagavond altijd samen naar de Beatrixstraat.'
Het is een herinnering die veel van zijn Bredase generatiegenoten ook koesteren. 'Eerst Die Sportschau kijken om het Duitse voetbal te volgen, dan naar De Fer, dat was zo’n oude frietkot waar we een frietje stoofvlees haalden en dan wandelden we naar NAC. De tijd van Bertus Quaars, John Linford, Peter Remie en Hans van den Dungen. Ik heb Hans Kraay de scheidsrechter nog eens een beuk zien verkopen. En ik weet ook nog dat NAC met 10-1 van Veendam won. Zulke dingen blijven in je geheugen gegrift.'
We hadden allebei een enorme drang naar perfectie. Dat is JP. Alles moest kloppen bij Feyenoord. Als ik hem moest omschrijven, zou ik hem een perfectionist noemen.