Alle goede bedoelingen ten spijt figureerden de Oranje Leeuwinnen in een Spaanse tiki-taka-show. Als speelbal van de wereldkampioen dropen ze gedesillusioneerd af, maar toch verscheen er een heel voorzichtige glimlach om de mondhoeken. In Sevilla greep Oranje naast het felbegeerde Olympisch ticket, op Friese bodem volgt woensdag tegen Duitsland een herkansing.
Vr 23 feb.
Wo 28 feb.
Met de mobieltjes in de hand volgde Oranje de laatste balomwentelingen bij Frankrijk-Duitsland, de andere halve finale in de Nations League. Bondscoach Andries Jonker beschreef het moment. ‘Ik moest even aan Sarina Wiegman denken. Die stond er na de laatste groepswedstrijd ook zo bij op het veld, maar dat liep voor haar een stuk minder goed af. Onze keeperstrainer had de beelden. Toen hij zei dat het klaar was, was er opluchting. Geen gejuich, dat zou misplaatst zijn, maar opluchting dat we nog een kans krijgen. En die gaan we pakken ook.’
Jonker baalde van de kansloze wedstrijd die hij zijn ploeg had zien spelen, maar probeerde de teleurstelling te verbloemen. ‘De opluchting is groot, dat overheerst toch. We maken nog kans op de Spelen. Bij rust wisten we dat Frankrijk met 2-0 leidde. Daar hebben we op gereageerd door Vivianne Miedema te wisselen en ik heb de wissels door kunnen voeren die ik wilde doorvoeren. Zelfs in sommige gevallen nog wat eerder dan gedacht. Dat betekent dat we hopelijk iedereen beschikbaar hebben woensdag. Toen we wisten dat het daar 2-0 was en wij met 2-0 achterstonden, hebben we daar naar gehandeld. Een beetje speculeren misschien, maar het is goed uitgepakt. Ik ben in de slotfase eerlijk gezegd meer bezig geweest met de tussenstand bij die andere wedstrijd dan met onze wedstrijd. Je weet niet wat die Franse coach doet, hij had ook wat wissels kunnen doen waardoor ze zwakker werden. We spelen woensdag thuis, ik verwacht een Oranje-minded Heerenveen, dat is een groot voordeel.’
Gejuich zou misplaatst zijn, maar er was opluchting dat we nog een kans krijgen. En die gaan we pakken ook’