Met een historische promotie rekent FC Emmen af met de reputatie van net niet-club. In de Eredivisie wil de club het visitekaartje van Drenthe zijn. Trainer Dick Lukkien: ‘De boel gaat ontploffen, let maar op.’
Na 33 jaar profvoetbal, 62 nacompetitiewedstrijden en talloze net niet-seizoenen heeft FC Emmen het geflikt. De club die deze eeuw een handvol bijna-faillissementen beleefde, in 2012 laatste eindigde in de Eerste Divisie en slechts profvoetbal bleef spelen omdat geen Topklasser wilde promoveren hoort bij de grote jongens. Ruim zestig jaar nadat VV Zwartemeer namens Drenthe pionierde in het betaalde voetbal komt Circus Eredivisie voor het eerst naar Drenthe. Hoe het seizoen 2018/19 ook verloopt; voor de stad, provincie en club zelf is het een bij voorbaat historische jaargang.
Lukkien zit een uur na de gewonnen finale tegen Sparta Rotterdam stralend van geluk op een kruk in een hoek van de mixed-zone. Om hem heen een klein legertje journalisten, dat wil weten hoe het allemaal zover heeft kunnen komen en wat er nu gaat gebeuren. Versterkingen misschien? Is er een draaiboek voor het volgende seizoen? Wordt er doorgeselecteerd in de spelersgroep? ‘Wat er nu gaat gebeuren?’, herhaalt Lukkien de vraag. ‘Vanaf nu ben ik drie dagen spoorloos en daarna ga ik in een ruk door met de staf naar Mallorca.’