FC Utrecht werd dinsdagavond op beschamende wijze uitgeschakeld in het bekertoernooi. De amateurs van Spakenburg waren met 1-4 te sterk. Deze uitschakeling zal nog lang nadreunen in de Domstad. Een analyse.
Wat meer pijn zal doen? Het dramatische slot van het vorig seizoen, het uiterst pijnlijke ontslag van Henk Fraser óf de kansloze uitschakeling in het bekertoernooi dinsdagavond? We vermoeden toch het laatste.
De reden is heel simpel: in feite is voor een club als FC Utrecht maar één tastbare prijs en dat is de KNVB-beker. Hoe graag grootaandeelhouder Frans van Seumeren het ook anders zou willen, kampioen zal de club niet worden. In een goed jaar kan het zich plaatsen voor Europees voetbal, maar ook dat is al jaren geen zekerheid meer. De Dennenappel is, mits de loting een beetje goed uitpakt, de snelste weg naar eeuwige roem en buitenlandse krachtmetingen.
En dan was dit het ideale jaar. FC Utrecht had – met uitzondering van AZ in de vorige ronde – een ideale route richting de halve finale. Alleen nog even thuis winnen van Spakenburg en het had 25 procent kans op eremetaal. Grote kans dat het vervolgens een club uit de traditionele topdrie zou treffen. Je weet wel, Ajax en PSV die niet in de beste vorm verkeren. Of Feyenoord dat naast Europese verplichtingen de focus op de titelrace heeft. FC Utrecht had goud in handen.