Verdediger Hennos Asmelash uit Zoetermeer was blij met zijn profcontract in Oekraïne. Tot de oorlog uitbrak. De spelersvakbond vindt dat hij zijn contract moet kunnen verscheuren, de FIFA niet. De wereldvoetbalbond wil de transferrechten van clubs in Oekraïne en Rusland beschermen. Maar mogen die clubs nog verdienen aan spelers die niet meer terug willen?
‘Weet je wat mij het meest is bijgebleven?’ Hennos Asmelash kijkt even opzij. ‘Ouders die van hun kinderen werden gescheiden. We zagen het recht voor ons gebeuren in de trein in Kiev. Vaders die moesten gaan vechten, terwijl hun vrouwen en kinderen naar een veiliger plek gingen, net als wij. Tragisch.’ Vier maanden later is de 23-jarige verdediger (ex-ADO en TOP Oss) nog altijd beduusd van zijn vlucht uit Oekraïne. De kruisraketten die al op de stad neerdaalden. De bezorgde appjes van zijn ouders uit Zoetermeer. De uitpuilende perrons, vanwaar hij en zijn maatje Rodney Antwi (exFC Volendam) zich in de trein wurmden. De aankomst in Polen, waar zij dankbaar het aangereikte eten en drinken aannamen, maar ook als enigen door de politie werden gevraagd wat zij eigenlijk kwamen doen, met een blik die verried dat het met hun huidskleur te maken had.
Hoe meer hij er weer over praat, hoe meer hij lijkt te beseffen hoe onwerkelijk het allemaal is geweest. En dat hij iets heeft meegemaakt dat 99 procent van alle profvoetballers ter wereld nooit zullen meemaken. Een invasie. En hij maar denken dat het niet zo’n vaart zou lopen, zoals ze op de club altijd hadden gezegd. ‘Voor de oorlog hadden ze het al eens gevraagd: “Je bent toch niet bang?”’