Sinds afgelopen najaar heeft geen club ter wereld een rijker fonds achter zich staan dan Newcastle United. Dat wil nog niet zeggen dat je op de spelersmarkt kan opkopen wat je wilt, zo bewees de moeizame transferperiode waarin Newcastle zes keer de marktwaarde betaalde voor een spits van de hekkensluiter.
Vier maanden geleden verschenen duizenden feestende supporters voor de poorten van St. James’ Park. De euforie was groot toen de regionale tycoon Mike Ashley werd verdreven door Saoedi-Arabië. ‘We hebben onze club terug’, zongen de supporters na de overname door PIF – een consortium dat in handen is van kroonprins Mohammed Bin Salman. De behoudende Ashley had in veertien jaar geen cent in de club gestoken, hij had het stadion en trainingscomplex laten verloederen, en maakte zich bijzonder ongeliefd met zijn conservatieve salaris- en transferbeleid.