Johan Cruijff had een zak geld nog nooit zien scoren. Niks tegenin te brengen natuurlijk. Dat neemt niet weg dat voetbal wel van een spelletje is geëvolueerd naar een miljardenindustrie. In de rubriek Munten & Punten bespreekt VI-verslaggever Tom Knipping onderwerpen op de grens van commercie, financiën en sportieve prestaties. In aflevering 21 belichten we waarom de Nederlandse clubs minder coronaschade rapporteren dan de buitenlandse.
In het najaar presenteren voetbalclubs doorgaans hun financiële verslagen over het vorige seizoen. De komende weken dreigt een bloedbad aan rode cijfers naar buiten te komen. Tijdens de voetballockdown tussen maart en mei gingen immers overal in Europa de alarmbellen af. De industrie stond volgens insiders en experts op instorten. In Nederland voorspelde KNVB-directeur Eric Gudde faillissementen en de grote competities stelden alles in het werk om in lege stadions toch nog het seizoen af te maken, om zo gigantische schadeclaims van zendgemachtigden en sponsors te voorkomen. Bestuurders en belangenorganisaties rekenden voor dat de rekening van de crisis al snel in de miljarden zou gaan lopen. Nu de eerste clubs naar buiten zijn gekomen met de resultaten, kunnen we beginnen met het opmaken van de balans.
Negen grote internationale clubs presenteerden tot dusverre hun cijfers:
Gerelateerde artikelen
