Waarom Feyenoord de enige club is die geld verliest op de transfermarkt
© Pro Shots/Kay in 't Veen
PRO

Waarom Feyenoord de enige club is die geld verliest op de transfermarkt

Het gaat bij Feyenoord vaak over een nieuw stadion en externe investeerders. Alleen daarmee zou de club weer kunnen meedoen met Ajax en PSV. Maar met transferresultaten die gelijke tred houden met de rest van de Eredivisie, is er al een wereld te winnen voor de Rotterdammers.

Dit verhaal is afkomstig uit VI 2. Bestel de nieuwste editie hier!

De maand van de topwedstrijden is aangebroken. Voor de zoveelste keer begint Feyenoord als underdog op achterstand aan de cruciale fase van het seizoen. Qua populariteit blijft het de nummer twee van Nederland, maar gezien de prestaties in deze eeuw zijn de Rotterdammers nauwelijks nog een topclub te noemen. In de laatste twintig jaar pakte de vijftienvoudige landskampioen evenveel titels als AZ en FC Twente: één.

Het probleem van Feyenoord zit niet zozeer in de hoogte van het budget, maar wat er met dat budget gebeurt

Bovendien overwinterde de ploeg sinds de UEFA Cup-winst van 2002 slechts drie keer in Europa. Veel minder vaak dan het kleinere AZ in diezelfde periode (zeven keer). Als Feyenoord in de winterstop de kop nog niet helemaal uit het zicht heeft verloren, heet dat tegenwoordig al een redelijke prestatie. Kortom: de Stadionclub lijkt het spoor behoorlijk bijster. Niet voor niets ging Feyenoord vorige maand in zee met een Amerikaans bureau dat de club aan het doorlichten is. Tegen een flink tarief adviseert Sportsology bij – zoals dat in jargon heet – het neerzetten van een topsportstructuur. Tevens wordt al enige tijd geschermd met externe investeerders en een nieuw stadion. Deze strategische zetten zullen inderdaad leiden tot een hoger spelersbudget, maar moeten niet worden overschat. Ze zullen geen vaccin zijn tegen het Rotterdamse verliesvirus. Het probleem van Feyenoord zit namelijk niet zozeer in de hoogte van het budget, maar wat er met dat budget gebeurt. Dat valt op te maken uit de jaarcijfers van de top- en subtopclubs.

Hogere omzet dan PSV

‘Feyenoord heeft een grote naam, maar er kan weinig’, baalde trainer Dick Advocaat begin december, toen hij bekendmaakte dat hij na het seizoen gaat stoppen. ‘Normaal gesproken komen er elke week 45 duizend mensen naar deze club, maar we kunnen financieel gezien nooit hetzelfde doen als Ajax of PSV. Dan gaat er iets verkeerd.’ Advocaat heeft gelijk. Dat wordt eens te meer duidelijk op basis van de financiële gegevens die de clubs in het najaar presenteerden. Veel aandacht was er destijds voor de tussensprint van Ajax, dat financieel steeds meer afstand neemt, vooral dankzij hoge inkomsten uit de Champions League. Maar een conclusie was ook dat Feyenoord en PSV elkaar weinig ontlopen. De omzet in Rotterdam-Zuid is zelfs iets hoger. Tevens bleek dat de voorsprong van Feyenoord op AZ nog altijd enorm was (zie tabel ).

Vaak wordt gesteld dat Feyenoord afhaakt vanwege de verouderde Kuip, waar geen moderne sponsorlounges te verhuren zijn. Dat valt wel mee, want in dat openluchtmuseum haalt de club evenveel geld op als PSV in zijn moderne Philips Stadion. Dat was niet alleen vorig seizoen zo. Vrijwel elk jaar zijn de opbrengsten uit seizoenkaarten, tv-geld, sponsoring en commercie praktisch gelijk. Dankzij hogere inkomsten uit merchandising (vooral shirtverkoop) neemt Feyenoord zelfs een kleine voorsprong van een paar miljoen op PSV. Alleen door hogere premies te scoren in de Europese toernooien kunnen de Eindhovenaren wat omzet betreft Feyenoord voorbijstreven (wat overigens regelmatig lukt). Beide clubs hebben ook ongeveer hetzelfde aantal medewerkers in dienst (250 bij Feyenoord, 276 bij PSV).

Qua financiële mogelijkheden en mankracht gaat het dus om vergelijkbare grootheden. Toch haalde PSV in twintig jaar tien kampioensschalen binnen, het miste deze eeuw slechts één keer Europese inkomsten, er komen betere spelers en de Brabanders kunnen meer geld uitgeven aan salarissen. Waarom haalt PSV veel meer rendement uit dezelfde mogelijkheden?

Onder Heerenveen

Het antwoord is simpel: Feyenoord haakt niet af door geldgebrek, maar door een uitermate zwak transferbeleid. De spelersmarkt is de laatste tien jaar geëxplodeerd. Wereldwijd stegen de uitgaven aan voetballers van twee naar zeven miljard. Veel clubs in opleidingsland Nederland hebben daarvan geprofiteerd. Hoe scoort Feyenoord ten opzichte van de concurrentie? Laten we de verkoopinkomsten eens doornemen. De meest betrouwbare bron hiervoor zijn de financiële jaarverslagen die de clubs publiceren (en dus niet de populaire, maar inadequate website Transfermarkt). In de jaarcijfers staat nauwkeurig vermeld wat clubs overhouden aan hun spelersbeleid.

Tussen 2010 en 2020 kwam in De Kuip 81 miljoen euro binnen. Dat is vijf keer zo weinig als bij Ajax, dat 400 miljoen incasseerde

Eerst maar eens de verkoopopbrengsten. Dit zijn de verdiensten aan spelers min het aankoopbedrag waarvoor ze op het moment van verkoop nog in de boeken staan. Ook het aandeel voor externe investeerders is ervanaf gehaald. Bij Feyenoord is het verkooprecord nog steeds in handen van Dirk Kuijt. Hij ging naar Liverpool, in 2006. Vijftien jaar geleden. In het voetbal is dat een eeuwigheid. Sindsdien ging de transferindustrie een paar keer over de kop, maar Feyenoord profiteerde daar maar matig van mee. Tussen 2010 en 2020 kwam in De Kuip (dus na aftrek van het aandeel voor investeerders) 81 miljoen euro binnen. Dat is vijf keer zo weinig als bij Ajax, dat 400 miljoen incasseerde.

Dirk Kuijt (hier namens Liverpool in duel met PSV’er Edison Méndez) is nog altijd de duurst verkochte Feyenoorder.
© Pro Shots/Henk Jan Dijks
Dirk Kuijt (hier namens Liverpool in duel met PSV’er Edison Méndez) is nog altijd de duurst verkochte Feyenoorder.

In tien jaar verkocht Feyenoord slechts vier spelers voor meer dan tien miljoen euro: Rick Karsdorp, Terence Kongolo, Jordy Clasie en Graziano Pellè. Dat komt ook doordat de club hoge biedingen op Steven Berghuis en Nicolai Jørgensen afsloeg. PSV verkocht in diezelfde periode twaalf voetballers voor ten minste tien miljoen. Vier van hen brachten zelfs meer op dan twintig miljoen, een prijscategorie waarin geen enkele Feyenoorder te vinden is.

De Eindhovenaren toucheerden in totaal twee keer zoveel transfergeld als Feyenoord: 191 miljoen euro. Voor PSV zijn die inkomsten de katalysator geweest van vele kampioenschappen. Het beleid in Eindhoven is immers al het verdiende kapitaal op de transfermarkt weer op het veld te zetten. Bijna alle revenuen werden geherinvesteerd in nieuwe spelers en salarissen. Daardoor kan PSV in tegenstelling tot Feyenoord – ondanks een wat lagere reguliere omzet – wél spelers kopen in de categorie vijf tot tien miljoen. Afgelopen zomer gebeurde dat nog met Ibrahim Sangaré en Philipp Max.

Feyenoord pompt meer geld in de opleiding, en de salarispost is tachtig procent hoger dan bij AZ. Desondanks halen ze in De Kuip minder uit de spelersmarkt

Dat PSV gemiddeld eens per twee seizoenen meedoet in de Champions League, is uiteraard goed voor de marktwaarde van de spelers. Maar dat is nog geen verklaring voor de enorme achterstand van Feyenoord, want ook AZ doet het een stuk beter. De laatste vijf jaar eindigden de Rotterdammers in de Eredivisie al twee keer onder de Alkmaarders. Dit seizoen draait AZ moeizamer, maar over een langere periode bezien zit het in een opwaartse spiraal, vooral dankzij een geoliede transfermachine. Geholpen door goede scouting, een florerende jeugdopleiding en een sterke verkoopstrategie kon AZ in de afgelopen tien jaar 137 miljoen aan transferopbrengsten opnemen in de boeken. Dat is 56 miljoen meer dan Feyenoord. En dat terwijl de middelen in Alkmaar geringer zijn. Feyenoord pompt meer geld in de opleiding, en de salarispost is tachtig procent hoger dan bij AZ. Desondanks halen ze in De Kuip minder uit de spelersmarkt.

Dat is al behoorlijk merkwaardig. Maar het wordt nog vreemder na analyse van de cijfers van SC Heerenveen. De Friezen konden tussen 2010 en 2020 in totaal 85 miljoen bijschrijven. Ook dat is hoger dan de 81 miljoen van Feyenoord. De uitgaven aan de opleiding en salarissen zijn in Heerenveen drie keer zo laag als bij Feyenoord. In die hele periode speelde de Friese ploeg geen enkele keer in de groepsfase van de Europa League. Ook werd in het Abe Lenstra Stadion weinig geherinvesteerd, omdat de transferopbrengsten altijd nodig zijn om de enorme begrotingsgaten te dichten. Ondanks het beperkt kunnen aanwenden van die opbrengsten, ondanks het gebrek aan een internationale etalage, ondanks de begrensde salarissen en ondanks het ontbreken van een heel hoog aangeschreven opleiding, noteerde SC Heerenveen op de spelersmarkt een hogere omzet dan Feyenoord. Dit komt niet alleen door de relatief lage inkomsten in Rotterdam, maar ook doordat de club in de loop der jaren een deel moest afstaan aan investeerders. De conclusie is daardoor dat Feyenoord qua spelersopbrengsten slechts de nummer vijf van Nederland is.

© Pro Shots/Marcel van Dorst

Verlies op spelers

In de boeken is ook terug te vinden hoe winstgevend het transferbeleid van de clubs is. Dat werkt zo: tegenover de inkomsten uit spelersverkopen staan de uitgaven, zoals afkoopsommen, tekengelden, makelaarskosten en huurprijzen. Deze uitgaven worden afgeschreven gedurende de looptijd van het contract. Stel: een voetballer kost tien miljoen en tekent voor vijf jaar, dan wordt elk jaar twee miljoen aan afschrijving opgenomen in de boeken. De verkoopwinst op spelers versus de afschrijving op de aanschafkosten van de selectie, wordt het resultaat vergoedingssommen genoemd. Deze post is in feite het financiële resultaat van het gevoerde transferbeleid. Hoe de clubs in de periode 2010 tot 2020 scoorden, ziet u in de tabel hieronder.

De conclusie is dus dat Feyenoord als enige van de Nederlandse top- en subtopclubs verlies maakt op de transfermarkt. Bovenstaande gegevens verklaren tevens waarom de Rotterdammers maar niet structureel kunnen aanhaken bij PSV, dat door achterblijvende merchandising-inkomsten nota bene een lagere omzet heeft. Zo valt op dat de Eindhovenaren bijna al het geld weer in nieuwe aankopen stopten. Van de 191 miljoen euro aan verkopen blijft na aftrek van de uitgaven op de transfermarkt slechts 26 miljoen over. Dit komt doordat PSV vrijwel alle transferopbrengsten herinvesteert in vervangers.

De Brabantse club doet in feite al decennia datgene waarmee Ajax pas drie jaar geleden is begonnen: het kapitaal allemaal op het veld zetten. Veel andere keus heeft PSV ook niet. Een oorlogskas opbouwen, zoals ze in Amsterdam jaren hebben gedaan, is niet aan de orde. PSV móét alle opbrengsten uit transfers wel opnieuw uitgeven, om de race met het rijkere Ajax te kunnen volhouden. Dat beleid is lonend, want het leidt regelmatig tot titels en deelnames aan de Champions League.

Het lijkt erop dat Feyenoorders steeds minder in trek zijn

In theorie moet dat ook bij Feyenoord kunnen, maar een trendbreuk lijkt voorlopig niet in zicht. Kijken we naar de meer recente seizoenen, dan valt op dat het transferresultaat in De Kuip een negatieve tendens vertoont. Tussen 2011 en 2017 boekten de Rotterdammers in elk geval nog bescheiden winsten op het spelersbeleid, maar nu is het resultaat al drie jaar op rij negatief. Dat betekent dus dat de opbrengsten op de markt lager zijn dan de afschrijvingen op de betaalde transfersommen. Bij de presentatie van het jaarverslag werd gesteld dat dit mede komt doordat de selectie bewust bij elkaar was gehouden en dat daarom een verlies van negen miljoen werd geaccepteerd op het spelersbeleid. Maar had Feyenoord nee gezegd als er een bod van 25 miljoen op Berghuis was gekomen dan? Dat lijkt toch sterk. Het lijkt er eerder op dat Feyenoorders steeds minder in trek zijn.

Zolang de club niets verkoopt, is het transferresultaat dit seizoen dertien miljoen negatief

Inval-directeur Sjaak Troost zei anderhalf jaar geleden, na het vertrek van td Martin van Geel, dat de spelershandel niet zo ingewikkeld is. ‘Die zaakwaarnemers weten mij ook wel te vinden.’ Zo simpel is het kennelijk toch niet, want hij en ook zijn opvolger Frank Arnesen hebben het tij nog niet kunnen keren. Vandaar ook dat Feyenoord in het jaarverslag alvast heeft aangegeven dat de club ook in het seizoen 2020/21 uitgaat van een negatief transferresultaat. Volgens de Rotterdammers zijn de afschrijvingen op aankopen wat gestegen ten opzichte van de vorige jaargang. Dat komt door de investeringen in Francesco Antonucci, João Teixeira en Mark Diemers.

Stel dat de post afschrijvingen op aankopen momenteel dertien miljoen is. Dan moet Arnesen voor het einde van het boekjaar (30 juni) dus voor minimaal hetzelfde bedrag aan spelers zien te verkopen om quitte te draaien. Dat lijkt niet realistisch. Afgelopen zomer verkocht Feyenoord niets, dus voorlopig staat de teller nog op nul euro. Met andere woorden: zolang de club niets verkoopt, is het transferresultaat dit seizoen dertien miljoen negatief. Zo dreigt Feyenoord voor het vierde jaar op rij in het rood te eindigen met transfers. Dat is een bedenkelijke prestatie in een verkoopcompetitie waarin behalve de directe concurrentie ook clubs als Heracles Almelo en Willem II winst maken met spelershandel.

Mark Diemers en Bryan Linssen kwamen afgelopen zomer naar De Kuip. Duurdere spelers kan Feyenoord niet betalen.
© Pro Shots /Stanley Gontha
Mark Diemers en Bryan Linssen kwamen afgelopen zomer naar De Kuip. Duurdere spelers kan Feyenoord niet betalen.

Conclusie

Geen wonder dat Dick Advocaat zich nogal verbaast over de situatie bij Feyenoord. Zijn opmerking dat ‘er ergens iets misgaat’ is gerechtvaardigd. Waar de verkoop van spelers bij bijna alle Nederlandse clubs een verdienmodel is, is het bij Feyenoord een verliespost. De transferprestaties zijn zó zwak dat de Stadionclub ondanks het keurige positieve operationele resultaat vorig seizoen een netto verlies leed van bijna zeven miljoen euro.

Ajax, PSV en AZ kunnen meer risico nemen. Zij kunnen het zich veroorloven de salarissen op te krikken en met een gat in de begroting werken, omdat jaar in jaar uit blijkt dat ze de tekorten toch wel dichtfietsen met positieve transferresultaten. Bij Feyenoord werkt het andersom. Om zich in te dekken tegen de transferverliezen moet de club juist met een sluitende begroting werken. Sterker: eigenlijk moet er een begrotingsoverschot zijn om de klappen op de spelersmarkt mee op te vangen.

Deze vicieuze cirkel doorbreken is niet zo eenvoudig, want hogere transfersommen betalen in de hoop op een toekomstige klapper is geen optie

Feyenoord moet daardoor heel voorzichtig opereren. Het kan niet te veel risico nemen met uitgaven aan spelerssalarissen en investeringen in technische staf en scouting. Dit is de reden waarom Feyenoord met een hogere omzet dan PSV tóch 21 procent minder aan salarissen betaalt. Deze vicieuze cirkel doorbreken is niet zo eenvoudig, want hogere transfersommen betalen in de hoop op een toekomstige klapper is geen optie. Dat is te riskant. Immers: de verkoopcijfers van de laatste tien jaar zijn zó zwak, dat het onverantwoord is de post afschrijvingen te hard te laten groeien. Het gevolg hiervan is dat je dus uitkomt in de goedkoopste categorie met spelers die geen topsalaris hoeven te verdienen en die maximaal twee miljoen kosten, zoals Diemers, Teixeira en Bryan Linssen.

Kortom: in de top en subtop zijn transfers het vliegwiel. Behalve bij Feyenoord. Daar werken transfers als een rem. De Rotterdammers zijn de uitzondering op de regel. Er zijn dan ook flinke vraagtekens te plaatsen bij de scouting, de opleiding, het internationale netwerk en de synergie tussen de technische kopstukken binnen de club. Het inhuren van een extern adviesbureau zoals Sportsology betekent meestal dat het roer totaal om moet en dat er koppen gaan rollen. Het is niet zo vreemd dat Frank Arnesen de organisatie flink op de schop wil nemen. Er ligt aan het Van Zandvlietplein een dieper probleem dan een tekort aan geld alleen. De slechte transferresultaten van Feyenoord vallen nogal uit de toon in de Eredivisie en zijn bovendien structureel. Een nieuw stadion en externe investeerders lossen dat probleem niet op.

Gerelateerde artikelen