Het uitroepteken dat onder Sarina Wiegman achter Oranje stond, is na een jaar Mark Parsons veranderd in een groot vraagteken. ‘We gaan Nederland verbazen’, beloofde de goedgebekte Brit eind vorig jaar. Dat is gelukt. Alleen niet op de manier die hij wilde. De regerend Europees kampioen was onherkenbaar in Engeland en woensdag werd Parsons ontslagen.
Oh oh Oranje. Eén doelpoging tussen de palen in 120 minuten vertelde het hele verhaal. De 1-0 was een milde score, want als een blauwe serie van golven was de Franse ploeg keer op keer stuk gelopen op het tweepersoons deltawerk Stefanie van der Gragt en doelvrouw Daphne van Domselaar. Het kon ook bijna niet anders aflopen dan zo. O ironie. Bijna werd Mark Parsons nog gered door Daphne van Domselaar. De vrouw die hij blijkbaar minder vond dan Van Veenendaal. Ironie omdat Parsons wel wilde veranderen, maar geen keuzes durfde te maken. ‘Je ziet hier heel veel kwaliteit aan beide kanten. Het verschil is dat Frankrijk cohesie heeft, Echt een team is. Iedereen weet wat te doen. Bij Nederland is iedereen zoekende en lijkt er geen idee. Ik heb medelijden met ze.’ De commentator van de BBC slaat de spijker op zijn kop. Oud-international Anouk Hoogendijk valt hem bij. ‘Ik zie geen plan, ze vechten. Van der Gragt is echt een heldin. Domselaar als een kat in het doel. Maar ik zie geen team.’
Voor de buitenwereld is de Oranje-chaos een raadsel. Voor wie het project Parson al langer volgt, is de afgang door de achterdeur van aftredende Europese kampioen de enig mogelijke uitkomst van een evolutie die nooit van de grond kwam. Oranje was in tegenstelling tot Frankrijk en andere favorieten niet klaar voor het EK. Wedstrijd na wedstrijd was duidelijk dat de speelsters geen raad wisten met het strijdplan van de coach.
Voor wie het project Parson al langer volgt, is de afgang door de achterdeur van aftredende Europese kampioen de enig mogelijke uitkomst van een evolutie die nooit van de grond kwam. Oranje was in tegenstelling tot Frankrijk en andere favorieten niet klaar voor het EK.
Zo lang dat ook de coach voorafgaand aan het duel tegen Frankrijk moest erkennen dat hij na een klein jaar nog steeds zoekende was: ‘We wachten nog steeds op de prestatie waarvan we allemaal zeggen: we zijn op een niveau gekomen dat ons kippenvel geeft. De laatste zes maanden zijn geweest wat het geweest is. We zijn niet on fire gekomen, zoals Frankrijk, Zweden of Engeland. We moesten groeien, de klappen incasseren zoals ze kwamen.’
Met die klappen bedoelde hij blessures en besmettingen die zijn ploeg teisterden. Maar tegen Frankrijk miste hij uiteindelijk alleen Lieke Martens. Niet de minste, maar in de voorgaande drie wedstrijden geen schim van zichzelf. Over Sari van Veenendaal heeft niemand het meer. Net als tal van andere speelsters werd ze niet in haar kracht gezet en verzoop ze in een systeem dat allesbehalve overtuigend was. De hele Parsons-periode stonden de speelsters met dezelfde boodschap voor onze microfoon: ‘We kunnen zoveel beter.’