Morgen is het precies acht jaar geleden dat Jens Toornstra zijn eerste contract tekende bij Feyenoord. Een landstitel, twee KNVB bekers, twee Johan Cruijff Schalen, een Conference League-finale en talloze hoogte -en dieptepunten later denkt de man die nooit meer leek weg te gaan toch na over een vertrek naar FC Utrecht. Dit is waarom.
Een opvallend beeld tijdens het trainingskamp van Feyenoord, afgelopen zomer in het Oostenrijkse Saalfelden. Terwijl de meeste spelers op hun kamers liggen te gamen, of in de weer zijn met hun mobiele telefoons, zit Jens Toornstra aan tafel bij de media-afdeling van de club. Hij staat niet eens geboekt voor een interview, maar de middenvelder van Feyenoord vindt het gewoon gezellig. Een beetje praten over van alles en nog wat.
Hij deed dat bij Feyenoord altijd met Bryan Linssen, zijn beste vriend. LiTo werd het onafscheidelijke duo genoemd, twee profs van in de dertig, gepokt en gemazeld. Ze kwamen uit de oude tijd van voetbalhumor en kaarten tot ze erbij neervielen, maar om zich heen zagen ze de sfeer zo veranderen dat het soms leek of ze met een teletijdmachine letterlijk een nieuwe wereld waren in geschoten, met een nieuwe, soms onbegrijpelijke turbotaal, aparte handshakes en een mentaliteit die veel meer gericht lijkt op het individu dan de groepsdynamiek waarin ze zich altijd zo hadden thuis gevoeld.