Arouna Koné (37) ligt zelf regelmatig in een deuk als hij over zijn bijzondere carrière vertelt. De Ivoriaan kwam als jonge speler in Nederland terecht, waar hij voor Roda JC en PSV speelde. ‘Hoe heet het ook alweer wat jullie altijd op brood doen?’, vraagt hij. ‘Kaas! Dat was het. Ik at nooit ontbijt, tot ik in Nederland brood met kaas ontdekte. De kaas uit Nederland is speciaal.’
Inmiddels nadert de Ivoriaan het einde van zijn carrière. Hij voetbalt nog altijd op het hoogste niveau van Turkije bij Sivasspor. Hij heeft een fraaie carrière achter de rug: zo speelde hij voor Sevilla, Hannover 96 en Levante, won hij de FA Cup met Wigan Athletic en schitterde hij namens Everton in de Premier League. Naast zijn doelpunten viel hij vooral op door zijn geblondeerde haar en door als aanvaller vaak met rugnummer 2 te spelen.
Vanuit Turkije vertelt Koné over opgroeien tussen vijftien broers en zussen, de harde hand van Huub Stevens, zijn band met Ronald Koeman en de inspiratie voor zijn blonde coupe.
‘Het leven in Ivoorkust was vroeger niet makkelijk. Ik groeide op in Anyama, een buitenwijk van de grote stad Abidjan. Mijn vader had drie vrouwen, waarmee hij in totaal vijftien kinderen had. Met dat enorme gezin woonden we in een driekamerappartement. Iedere vrouw had een eigen kamer, maar wij sliepen met vijftien kinderen op de grond in de woonkamer.