Komende vrijdag verschijnt Sneijder, het levensverhaal van Wesley Sneijder, opgetekend door Kees Jansma. In deze voorpublicatie vertelt de recordinternational over zijn jaren bij Real Madrid, zowel sportief als persoonlijk vol pieken en dalen.
‘Na vijf jaar was ik wel klaar bij Ajax, klaar met de Eredivisie. In mijn vijfde seizoen scoorde ik zelfs achttien keer, als middenvelder. Ik was toe aan een buitenlands avontuur en Søren Lerby, mijn zaakwaarnemer, kwam met Valencia. Een mooie club, zeker weten, maar niet de absolute top. Niet mijn top. Als er geen andere club zou komen, speelde ik liever nog een seizoen bij Ajax. Dat voelde Søren, en dat voelde Jeroen Slop, Ajax’ financiële man. “Ga dan via Valencia naar Real Madrid”, zei Søren nog. “Volgend seizoen dan maar in Bernabéu”. Maar ik wilde absoluut niet naar Valencia. En zo waren we uitgepraat.’
‘Daarom gaven Ajax en ik een persconferentie, tijdens ons trainingskamp in De Lutte, om te vertellen dat Ajax en ik bij elkaar zouden blijven en er een mooi seizoen van gingen gaan maken. Dat nieuws stond groot in de kranten natuurlijk. En prompt meldde Real Madrid zich. Die wilden Ajax 24 miljoen betalen, Ajax wilde 30 miljoen. Een gigantisch bedrag destijds. Ajax hield zijn poot stijf. Real ook. En ik bleef ontgoocheld achter. Daar ging mijn droomclub. Natuurlijk had ik zwaar de kolere in. Ik ben de strijd aangegaan en besloot de Super Cup-wedstrijd Ajax-PSV niet te spelen. Ik had mijn hele jeugd bij Ajax achter de rug, en had daarna jarenlang voor Ajax in de Eredivisie gespeeld. De club had mij veel gegeven, maar ik had de club ook veel gegeven. Ik moest dat gedoe tussen Ajax en Real Madrid een zetje geven. Ik was 23 jaar en hier lag een enorme kans.’
‘Daar ging mijn droomclub. Ik ben de strijd aangegaan en besloot Ajax-PSV niet te spelen’
‘En toen meldde Predrag Mijatović zich op Schiphol. De voetbaldirecteur van Real, de gezant van voorzitter Calderón. Søren en ik naar het vliegveld. “Ik maak het eerst met jou rond, daarna met Ajax”, zei hij. En uit zijn binnenzak haalde hij een velletje tevoorschijn. Ik zie hem nog dat gebaar maken. Hij vouwde het open en ik zag het meteen: drie miljoen netto per seizoen. Contract voor vijf seizoenen. Bij Ajax kreeg ik één miljoen. Bruto. “Ik onderhandel niet”, zei Mijatović. “Take it or leave it.” We take it, zeiden Søren en ik tegelijkertijd. En daarna kwamen Ajax en Real Madrid er alsnog uit, het transferbedrag werd 27 miljoen euro.’