In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Giovanni Troupée (26), die andere profvoetballers wil behoeden voor de dingen die hem overkwamen.
Tijdens de afscheidswedstrijd voor Mark van der Maarel keerden veel andere geliefde spelers ook nog één keer terug in Stadion Galgenwaard. De Bunnik Side juichte als vanouds voor Jeroen Verhoeven, Édouard Duplan en Jacob Mulenga. En voor Giovanni Troupée, met zijn 26 jaar de jongste speler op het veld. Het deed hem veel, terugkeren op de plek waar hij als tiener op handen werd gedragen.
In het halletje van zijn appartement in Breukelen bewaart Troupée het aandenken aan zijn doorbraakjaar: de David Di Tommaso-trofee van het seizoen 2016/17, voor de beste speler van FC Utrecht. De rechtsback troefde teamgenoten als Sébastien Haller, Sofyan Amrabat en Willem Janssen af. Hij bleef zelfs Van der Maarel voor, in wat toch een uitverkiezing door supporters is. Troupée was destijds minstens zo populair in Stadion Galgenwaard, met zijn wapperende mat en rushes over de rechterkant van het veld. De geboren Amsterdammer voelde zich onverslaanbaar. Hellas Verona probeerde hem te verleiden, AZ maakte werk van zijn komst. FC Utrecht wilde hem niet laten gaan. Trainer Erik ten Hag had een zwak voor hem, en vice versa. ‘Jij geeft nooit op’, zei Ten Hag eens tegen Troupée, die de afgelopen jaren vaak aan die woorden moest terugdenken.