Feyenoord treft met Sparta Praag de vorige club van Brian Priske. De ploeg waarmee de Deense trainer twee jaar op rij kampioen van Tsjechië werd, heeft een heuse (mini-)crisis achter de rug. Analyse van een ploeg met een duidelijke tactische identiteit, maar even duidelijke kwetsbaarheden.
Het zal een feest der herkenning zijn voor Brian Priske. Met een groot deel van dezelfde gezichten speelt Sparta Praag nog in vrijwel exact dezelfde tactische structuur als vorig jaar. Niet geheel gek, aangezien zijn voormalige assistent Lars Friis aan het roer staat.
Ondanks die continuïteit heeft Sparta Praag het dit jaar erg moeilijk. Tussen eind september en eind november wist de ploeg van Friis slechts één van de acht competitieduels te winnen, terwijl het in drie achtereenvolgende Champions League-nederlagen in totaal dertien keer moest vissen. Stadsgenoot Slavia lijkt al voor de winterstop ervan verzekerd dat de eeuwige rivaal zich niet meer gaat melden in de Tsjechische titelstrijd.
Niet alleen het vertrek van Priske heeft Sparta Praag een zwaar seizoen opgeleverd. De Tsjechen hebben te maken met onevenredig veel pech op het blessurevlak. Vleugelaanvallers Veljko Birmancevic en Lukas Haraslin - vorig jaar de grote smaakmakers onder Priske - werden in de voorbije weken flink gemist, terwijl ook de aanvallende impulsen van rechter wingback Angelo Preciado niet intern te vervangen bleken. Achterin is alleen toptalent Martin Vitík de blessure-ellende bespaard gebleven.
Na nederlagen tegen Manchester City (5-0), Stade Brest (1-2) en Atlético Madrid (0-6) strijdt Sparta Praag in Rotterdam voor een van zijn laatste kansen om iets van het seizoen te maken, door de hoofdfase te overleven. Vooral in defensief opzicht vormen de Tsjechen - ook na een mindere fase - nog een lastige tactische horde.
