
Feyenoord verdedigt in San Siro een 1-0 voorsprong uit de heenwedstrijd. Een tactische voorbeschouwing op de return tegen AC Milan aan de hand van de sleutelspeler, een tactisch aspect en de keuzes in de opstelling van trainer Sergio Conçeicão.
Sleutelspeler
Rafael Leão is een momentenvoetballer. De dribbelaar speelt als een roofdier. Hij legt nonchalant een balletje onder de voet, relaxt tijdens het verdedigen en besluit acties met obligate passjes breed of terug. Tot zijn prooi de alertheid verliest. Dan versnelt Leão ineens explosief. In de woorden van Givairo Read: ‘Hij is niet normaal snel. Heel explosief, ook op de eerste meters.’ Met een topsnelheid van 35,6 kilometer per uur behoort Leão tot de rapste spelers in de Champions League. Met dat wapen beslist de linkerspits vanuit het niets wedstrijden voor AC Milan.
Zaterdagavond flikt Leão dat bijvoorbeeld tegen Hellas Verona. In de 75ste minuut zet de Portugees zelf de aanval in beweging met een dribbel, in de as van het veld. Hij speelt Álex Jiménez aan en sprint door richting het strafschopgebied. Niemand pakt Leão op. De linksvoor profiteert door Santiago Gimenez de winnende goal op een presenteerblaadje te geven.

Hoewel Leão met zijn individuele kwaliteiten een voortdurende bedreiging is, zorgt zijn soms lakse houding voor kansen bij Feyenoord.