
De allergrootste prestatie die Ajax deze week leverde was het opnieuw in de armen sluiten van Marco van Basten. Dat leek een onmogelijke opdracht. Marco praat al een paar jaar over Ajax alsof hij een vuile onderbroek tussen twee vingers voor je neus houdt.
‘Hier, Ajax. Ruik er maar aan. Stinkt naar angstzweet. Doordrenkt. Een onderbroek van niks. Eentje die je naast een gebruikte condoom vindt op een open plek in het bos. Een witte onderbroek zonder gulp. Armoede. Pure armoede.’