
De club, de competitie, de stad, de spits zelf: alles aan de eerste maanden van Martijn Kaars (25) bij FC Magdeburg is een verhaal op zich. Op bezoek bij de Nederlander die in de Tweede Bundesliga uitblinkt als doelpuntenmachine, sprintkanon en witgoedverzamelaar.
‘Und jétzt…’, kraait de stadionspeaker van FC Magdeburg, voor hij een korte stilte laat vallen. ‘Der Mann mit die vierzehn Tore: Martáááin…’ Weer een adempauze. De 24 duizend toeschouwers in de Avnet Arena schreeuwen harder dan voor elke andere speler: ‘Kááááars!’
Martijn Kaars werd als spits te licht bevonden door Ajax en FC Volendam, daarna kwam hij in De Braak van Helmond Sport alsnog tot wasdom. Nu is de nuchtere polderjongen uit Monnickendam de held van de club die strijdt om promotie naar de Bundesliga. Maar die ook hogere doelen nastreeft, sinds 20 december. Die dag werd Maagdenburg in het hart geraakt door de aanslag tijdens de kerstmarkt. Een waanzinnige in een auto veroorzaakte zes doden, driehonderd gewonden en een bloedende stad.
Anderhalve maand later hangt er nog altijd een grauwsluier over de straten, de pleinen en de parken rond de Magdeburger Dom. Voetbal kan de tragiek niet uitwissen, maar het biedt soms iets van troost. Vlak voor de aftrap tegen FC Nürnberg zwijgt de speaker, gaat de muziek uit en vormen de supporters een groot koor. Ze strekken hun sjaals uit boven hun hoofden en zetten het clublied in, sommigen met betraande ogen. Het gedragen gezang grijpt naar de strot. Stadion wordt kerk. Dit is voetbal, maar het is ook meer dan dat. Het is samen rouwen, verwerken, er weer iets van proberen te maken in een betreurenswaardige stad.