Ajax krijgt zijn revanche: PSV lijdt recordnederlaag in Amsterdam

Daarmee kreeg Ajax wat het wil: revanche. Dat was in aanloop naar de topper van de tiende speelronde het sleutelwoord in het kamp van de Amsterdammers. Erik ten Hag vatte het sentiment vrijdag tijdens zijn perspraatje treffend samen: het is zondag payback-time. Daarmee verwees de trainer uiteraard naar de 0-4 nederlaag van begin augustus. Toen kwam Ajax net uit de voorbereiding en had PSV al indruk gemaakt in de voorronde van de Champions League, inmiddels is de Amsterdamse trein op stoom en is er wat zand in de Eindhovense motor gekomen.

Een ander belangrijk verschil met de seizoenouverture was dat Noni Madueke – de grote uitblinker van toen – en Cody Gakpo allebei ontbraken door blessures die ze donderdag opliepen in het Europa League-duel met AS Monaco (1-2). Ondanks de afwezigheid van de twee buitenspelers kende PSV de beste start. Carlos Vinicíus zette Remko Pasveer met een kopbal al snel voor het eerst aan het werk en kort daarna kon ook Eran Zahavi af op het Amsterdamse doel na een luchtduel tussen de Braziliaanse spits en zijn bewaker Lisandro Martínez, maar de hoek was te lastig.

PSV kon de hoopgevende start geen vervolg geven. Een vroege goal van Madueke bleek op 7 augustus de aanzet voor de klinkende overwinning, nu was het Ajax dat de leiding nam. Nadat Edson Álvarez in kansrijke positie nog naast had geschoten, opende Steven Berghuis in de achttiende minuut de score door via Andre Ramalho hard raak te schieten. De assist was van Dusan Tadic, die de nummer 10 in stelling bracht met een voorzet op maat vanaf links. Berghuis onderstreepte vervolgens wat hij in zijn Feyenoord-tijd al was: een kwelgeest voor PSV.

Met een gevaarlijk schot van Antony (net voorlangs) en een kopbal van Berghuis die tegen Sébastien Haller aankwam, had Ajax de voorsprong al voor rust kunnen verdubbelen. PSV probeerde daar wel iets tegenover te stellen, maar stichtte alleen gevaar bij een standaardsituatie. Pasveer redde op een vrije trap van Olivier Boscagli, die door de terugkeer van Ibrahim Sangaré (geschorst tegen Monaco) op het middenveld weer centraal achterin speelde. Daar kon de Fransman niet voorkomen dat Ajax na rust de revanchegevoelens tot uitdrukking bracht op het scorebord.

Net toen Roger Schmidt – die door de blessures van Madueke en Gakpo niet heel veel alternatieven op de bank had zitten - met de snelle Yorbe Vertessen zijn eerste troef wilde inbrengen, gooide Haller de wedstrijd tien minuten na de hervatting op slot. De Franse spits kopte raak uit een corner en maakte zo al zijn dertiende goal van het seizoen in alle competities. Acht minuten later kreeg de score voor de Eindhovenaren een nog pijnlijker aanzien na balverlies van Philipp Mwene. Daley Blind stuurde Haller diep, die sterk aan de bal bleef. Antony gaf het laatste zetje.

PSV leek rijp voor de sloop en Davy Klaassen was er als de kippen bij om dat duidelijk te maken. Vlak na de 3-0 had de Oranje-international zijn entree gemaakt als vervanger van Berghuis, zeven minuten later stond het 4-0 toen Klaassen de bal voor zijn voeten kreeg en de bal buiten het bereik van Joël Drommel in de verre hoek schoof. Het feest was toen allang losgebarsten in de Johan Cruijff Arena. Tadic maakte het feest in de extra tijd compleet door met zijn honderdste Eredivisie-goal de grootste thuiszege van Ajax op PSV in de Eredivisie te evenaren: 5-0 (1957/58 en 1964/65).

• Meer over

• Antony
• D. Klaassen
• S. Berghuis
• S. Haller
• PSV
• Ajax
• Eredivisie 2021/2022
• Ajax - PSV (5-0)