Alle ballen moeten op Van Duinen, de Haagse Dirk Kuijt
Voetbal International kiest na elke speelronde in de Eredivisie de Speler van de Week. Voor de vijfentwintigste speelronde was dat ADO Den Haag-aanvaller Mike van Duinen. Die arme Milano Koenders. De verdediger van Heracles Almelo zal in de nacht na afgelopen zondag regelmatig zwetend wakker zijn geschrokken, met het beeld van een dravende ADO Den Haag-spits als pijnlijk onderwerp van zijn nachtmerrie. Wat de Heraclied die namiddag ook deed in de Hofstad, en waar hij ook keek, overal dook tegenstander Mike van Duinen op. De aanvaller was een constante plaag voor de defensie van de Tukkers, met twee magistrale spitsengoals als bekroning.
Zwoegen, sleuren en scoren. Het DNA van de voetballer Mike van Duinen kwam nog nimmer zo sterk tot uiting als afgelopen zondag in het Kyocera Stadion. Net 21 jaar, maar alles-behalve een doorsnee talent. Nog niet zo heel lang geleden struinde hij op zondagmiddag de amateurvelden af.
Twee jaar geleden werd hij niet goed genoeg geacht voor de beloften van ADO en dan bestaat er voor een speler van de Hagenaars nog een laatste tussenstap op de terugweg naar de anonimiteit: de amateurtak. Het afvoerputje van de club, uitkomend in de Tweede Klasse van de zondagamateurs in district West 2, waar gefrustreerde jongelingen langzaam beseffen dat de grote droom van profvoetballer worden zo goed als voorbij is.
Behalve voor deze geboren Hagenaar. Tegen clubs als VELO, UDO en RKDEO knokte Van Duinen zich terug naar de lichtmasten. Waar zijn medespelers plichtmatig rond-liepen, ging de spits dag-in-dag-uit aan de slag om zijn gebreken weg te werken. Op mentaliteit en met dank aan het vertrouwen van assistent-trainer Bob Kootwijk, hoofd scouting Lex Schoenmaker junior en hoofdtrainer Maurice Steijn dwong hij een nieuwe kans af. Zijn doorzettingsvermogen is ingegeven door een zeldzame eigenschap in het hedendaagse voetbal: clubliefde. Op 6 november 1991 werd Van Duinen geboren in de Amerongenstraat, op een steenworp afstand van het Zuiderpark, waar hij tot zijn elfde woonde. Eens in de twee weken stond de straat vol met auto’s en liepen supporters in het groen en geel voorbij.
De sfeer van het nostalgische onderkomen was volgens Van Duinen zelf tot in zijn slaapkamer voelbaar. De liefde voor ADO werd alleen maar groter vanaf het moment dat moeder Fiona de kleine telg met rode haren en zijn achttien maanden oudere broer Niels meenam naar het stadion. Het ware Haagse gevoel.
Als zijn medespelers na de donderdagtraining allang onder de douche staan, blijft Van Duinen in het bijzijn van spitsentrainer Rick Hoogendorp en looptrainer Jurgen Seegers voor zichzelf doorwerken. 'Mike is de Haagse Dirk Kuijt', sprak Schoenmaker junior over de aanvaller. 'Een prachtig ventje, dat altijd maar beter wil worden. Daar kan ik van genieten.'
De liefde tussen ADO en Van Duinen is wederzijds. 'Het gevoel dat ik bij ADO heb, is heel moeilijk in woorden uit te drukken, denk ik', vertelde Van Duinen onlangs oprecht. 'Den Haag is mijn stad, je hebt hier alles en ik voel me er thuis. Elke week geeft het weer een kick als ik het shirt van ADO mag aantrekken.'
Als enige speler kwam Van Duinen dit seizoen in alle duels van de Hagenaars in actie en met zeven doelpunten toont hij zijn scoringsdrift. Vier jaar geleden was hij nog een talent van Oliveo A1 in Pijnacker, twee jaar later leek een terugkeer naar die club nabij, maar op karakter kreeg het jongensboek alsnog de gedroomde wending. Met als rode draad: hard werken, niet zeuren en nooit opgeven. Daar weet ook Milano Koenders inmiddels alles van.Tekst: Freek Jansen Foto's: VI Images