Ciao Zamparini, we zullen je missen
VI's Reon Boeringa neemt de doodsstrijd van Palermo onder de loep. Of de club het degradatiespook weet af te schudden is twijfelachtig, maar zeker is dat op Sicilië nooit meer iets hetzelfde zal zijn.
Maandag was het zover. Na vijftien jaar, tientallen trainerswissels en honderden tirades gooide Maurizio Zamparini het bijltje erbij neer als voorzitter annex eigenaar van Palermo, om plaats te maken voor een Amerikaanse investeerdersgroep.
Voor de meeste Palermo-supporters was het reden tot feest, want de laatste jaren maakte Zamparini veel kapot bij de Rosanero. Hij investeerde amper meer in spelers, baarde opzien met wilde complottheorieën en bracht de club keer op keer in een slecht daglicht met onnavolgbaar dollemansbeleid, waarvan zijn neiging om vaker van trainer dan van overhemd te wisselen het bekendste uitvloeisel was.
In zijn hele carrière veranderde hij 61 keer van trainer. Vorig seizoen passeerden zelfs zeven coaches de revue, waarvan enkelen zelfs tot twee keer toe werden ingehuurd en weggestuurd. In al zijn jaren op Sicilië is Zamparini slechts één persoon tegengekomen die hij geschikt achtte voor de trainerspositie van Palermo: zichzelf. De enige trainers die het lang uithielden waren daardoor de trainers die Zamparini's invloed op de opstelling duldden. Alle anderen stonden binnen een paar weken weer buiten.
Zamparini's tijdperk bij Palermo zal herinnerd worden als een circus. Zamparini zelf gaat de geschiedenis in als degene die het schip verkocht en verliet op het moment dat het naar de Serie B leek af te zinken. Maar daarmee doen we de man die jarenlang de markantste clubvoorzitter ter wereld was tekort.
Toen Zamparini de club in 2002 overnam, was Palermo na een jarenlang verblijf in de Serie C1 net in de Serie B teruggekeerd. Onder zijn bewind promoveerde de club enkele jaren later naar de Serie A, waarin het dankzij zijn investeringen de beste periode uit de clubgeschiedenis kende.
Zamparini haalde de grootste talenten van Italië en Zuid-Amerika naar Sicilië. Edinson Cavani, Paulo Dybala, Javier Pastore, Luca Toni, Matteo Darmian, Salvatore Sirigu, Franco Vázquez en vele anderen legden de basis voor een carrière in de top in Stadio Renzo Barbera. Van het Italië dat in 2006 wereldkampioen werd, speelden Andrea Barzagli, Cristian Zaccardo, Simone Barone en Fabio Grosso allemaal bij Palermo.
Speler | Naar | Bedrag |
Javier Pastore | Paris Saint-Germain | 42 miljoen |
Paulo Dybala | Juventus | 32 miljoen |
Amauri | Juventus | 23 miljoen |
Franco Vázquez | Sevilla | 15 miljoen |
Andrea Barzagli | VfL Wolfsburg | 14 miljoen |
Edinson Cavani | Napoli | 12 miljoen |
Simon Kjær | VfL Wolfsfburg | 12 miljoen |
Abel Hernández | Hull City | 12 miljoen |
Luca Toni | Fiorentina | 10 miljoen |
Josip Ilicic | Fiorentina | 9 miljoen |
In 2005 plaatste de club zich voor het eerst in de geschiedenis voor Europees voetbal, de jaren daarna schurkte Palermo zelfs regelmatig tegen de Champions League aan. In 2007 en 2010 liepen de eilanders plaatsing voor het miljoenenbal op het nippertje mis.
Zamparini durfde te investeren in talenten en werd daarvoor beloond, met een aantal grote uitgaande transfers (zie tabel). Omdat hij lang bereid was een groot deel van de opbrengsten te herinvesteren, behield Palermo zijn plek in de subtop van de Serie A. De afgelopen seizoenen stak Zamparini steeds vaker geld in zijn eigen zak. De laatste keer dat hij meer dan vijf miljoen euro betaalde voor een speler was in 2014, voor een onbekende spits van AlbinoLeffe. Zamparini had het ook toen weer uitstekend gezien, want deze Andrea Belotti leverde een mooie winst op en is bij Torino uitgegroeid tot vaste spits van de nationale ploeg en is kandidaat voor een zomerse toptransfer.
Zamparini was meer dan een mangia allenatore (trainer-eter). Hij was een durfinvesteerder met een verdomd goede neus voor talent en de man achter de beste periode die Palermo als voetbalclub ooit beleefd heeft. Alleen heeft bijna niemand het daar meer over, omdat Zamparini zijn reputatie de laatste jaren van zijn heerschappij even vakkundig ten gronde heeft gericht als hij die aanvankelijk had opgebouwd.
De schoonheidsprijs verdient Zamparini's vertrek uit Palermo niet. Kort voordat hij de club overdeed aan de Amerikanen stak hij nog een paar miljoen in zijn zak door Robin Quaison en Oscar Hiljemark te verkopen. Daardoor lijkt Palermo's strijd tegen degradatie een onmogelijke opgave en laat Zamparini de club de facto achter op het niveau waarop hij haar in 2002 aantrof: de Serie B.
Maar de tussenliggende periode heeft Palermo-supporters onbetaalbare herinneringen opgeleverd, waar Zamparini zelf weer bakken met geld aan overhield. Ook de media waren dolgelukkig met de excentrieke preses, altijd goed voor een controversiële uitspraak op zijn tijd. Als uithangbord van Palermo gaf Zamparini de afgelopen jaren net zoveel kleur aan de Serie A als de sterren van de topclubs.
Torino-uit is zondag Palermo's eerste wedstrijd in het post-Zamparini-tijdperk. Een tijdperk dat op Sicilië en ver daarbuiten nooit zal worden vergeten.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login