Comeback-kids AC Milan bevestigen reputatie tegen Ajax
De seizoenstart van AC Milan is al niet grandioos te noemen, maar als de Rossoneri de afgelopen duels niet telkens in de slotfase hadden toegeslagen hadden de eerste maanden van de nieuwe jaargang er heel anders uitgezien voor trainer Massimiliano Allegri en zijn mannen. De late strafschop van Mario Balotelli tegen Ajax was alweer de achtste treffer die Milan dit seizoen vlak voor het sluiten van de markt nog op het scorebord kreeg.
Het was wat dat betreft geen toeval dat Balotelli in De Arena ver in de extra tijd nog een strafschop versierde na een worstelpartij met Mike van der Hoorn en die vervolgens ook binnenschoot. Super Mario scoorde dit seizoen al twee keer eerder in blessuretijd, terwijl ook zijn ploeggenoten nog vier keer de trekker overhaalden terwijl er nog hooguit tien minuten resteerden. Met name in de Champions League, maar ook in de Serie A, maakten die last minute-goals een wereld van verschil.
Twee weken terug had Milan tegen Celtic ook al het geluk aan zijn zijde, toen Emilio Izaguirre de minimaal gelijkwaardige Schotten in de 82ste minuut met een eigen goal op achterstand zette en Sulley Muntari vier minuten daarna de eerste wedstrijd van de groepsfase van het miljoenenbal op slot gooide (2-0). Samen met de benutte penalty van Balotelli in de vierde minuut van de blessuretijd tegen Ajax pakte Milan op die manier al drie extra punten.
Waar de ploeg van de onder hevige druk staande Allegri in het miljoenenbal zonder die drie treffers in de slotfase samen met Celtic onderaan had gestaan in Groep H met één punt, voorkwam het in de Serie A op vergelijkbare wijze dat het na zes speelronden in de degradatiezone had gebivakkeerd. Zowel in de uitwedstrijden tegen Torino (2-2) als tegen Bologna (3-3) redde Milan in extremis nog een punt.
Tegen Torino was Milan vrijwel de gehele wedstrijd de onderliggende partij, maar kwam het dankzij een gelukkig doelpunt van Muntari in de 87ste minuut en een strafschop van Balotelli, terwijl de officiële speeltijd al zeven (!) minuten was verstreken, alsnog langszij (2-2). Elf dagen later ondervond ook Bologna Milans kracht in de slotfase, toen treffers van Robinho in de 89ste minuut en Ignazio Abate in de tweede minuut van de extra tijd opnieuw voorkwamen dat Milan verloor (3-3). Alleen de late goal van Balotelli tegen Napoli (1-2) leverde geen punt(en) op.
Zonder die vier treffers in de absolute slotfase had Milan dit seizoen al zijn competitiewedstrijden op vreemde bodem verloren en zou het met zes punten onder clubs als Parma en Atalanta op een troosteloze veertiende plaats staan. Als ook de late treffers in de Champions League zouden worden weggestreept, was het in dat geval zeer de vraag geweest of Allegri na wéér een ronduit dramatische seizoenstart nog wel in het zadel had gezeten.
Aan het eind van vorig seizoen leken de dagen van Allegri immers al geteld. Na een crisisberaad met de clubleiding kreeg hij evenwel toch het vertrouwen, met dien verstande dat hij in de Champions League in ieder geval moest overwinteren. Met de topper van aanstaande zondag tegen Juventus en het CL-tweeluik met Barcelona in het vooruitzicht is het voor de 46-jarige oefenmeester daarom zaak om zijn ploeg zo snel mogelijk aan het voetballen te krijgen. Want zolang de late goals van zijn comeback-kids het enige wapen van Milan vormen, hangt zijn toekomst in San Siro aan een zijden draad. (Tim Vos)