David Villa, de man zonder wie Spanje nooit wereldkampioen was geworden
David Villa heeft woensdagochtend het einde van zijn actieve carrière aangekondigd. Dat nieuws liet zich al enigszins aankondigen aangezien dinsdag bekend werd dat hij mede-eigenaar wordt van de nog op te richten Amerikaanse club Queensboro FC.
Een dag later heeft Villa dus ook bevestigd dat hij gaat stoppen met waar hij bijna twee decennia in uitblonk: doelpunten maken. Liefst 376 maakte El Guaje er in zijn loopbaan, plus nog eens 59 voor de nationale ploeg van Spanje. Daar komen er in Japan waarschijnlijk nog wel een paar bij, want de 37-jarige spits maakt het lopende seizoen bij Vissel Kobe af. Maar daarna is het echt voorbij. Reden om terug te kijken op de loopbaan van een van de beste spitsen die Spanje ooit heeft gehad.
After 19 years as a professional, I have decided to retire from playing football at the end of this season. Thank you to all the teams, coaches and teammates that have allowed me to enjoy this dreamed career. Thank you to my family, that has always been there to support me. pic.twitter.com/E82vb3tNwT
— David Villa (@Guaje7Villa) November 13, 2019
En misschien wel de beste ooit als je puur kijkt naar prestaties. Natuurlijk had Villa het geluk deel uit te maken van een extreem talentvolle generatie met aan het hoofd daarvan Xavi en Andrés Iniesta. Je kunt je afvragen of de koningen van de korte combinatie ook zo succesvol waren geweest zonder de man die in 98 interlands liefst 59 keer scoorde. Daarmee is hij nog altijd topscorer aller tijden van La Roja, ruim voor grootheden als Rául (44 goals) en Fernando Torres (38).
Waar die twee aanvallers op het hoogtepunt van hun carrière werden erkend als een van de beste spelers van Europa – Rául eindigde in 2001 als tweede bij de Gouden Bal-verkiezing en derde bij de FIFA-verkiezing, Torres in 2008 derde bij beide uitreikingen – is die echte erkenning voor Villa er nooit geweest. De enige individuele onderscheiding die hij ontving was die voor Spaans Voetballer van het Jaar in het seizoen 2005/06, toen hij 28 keer scoorde voor Valencia.
Het was nog een paar jaar voordat de Spaanse nationale ploeg het Europese en mondiale voetbal zou gaan domineren, maar Villa was inmiddels al uitgegroeid tot een erkend topschutter. Real Oviedo, een van de grotere clubs uit de regio Asturië, vond de op 3 december 1981 geboren aanvaller te klein, maar Sporting Gijón durfde het in 1999 wel aan en dat betaalde zich begin deze eeuw uit. Villa scoorde in zijn eerste twee seizoenen als prof in totaal 38 keer in de Segunda División.
Het leverde Villa in 2003 een transfer op naar Real Zaragoza, dat toen nog in de Primera División speelde. De 21-jarige spits had geen enkele moeite zich aan te passen aan het hogere niveau en hoorde met respectievelijk zeventien en vijftien goals meteen bij de gevaarlijkste aanvallers van Spanje. In februari 2005 volgde de ultieme beloning met zijn debuut voor La Roja. Als vervanger van Raúl mocht hij aan de zijde van Fernando Torres één helft meedoen tegen San Marino.
Het bleek achteraf het begin van een ongekend succesvolle periode voor Spanje. Een jaar later was de achtste finale nog het eindstation op het WK 2006 in Duitsland, maar Villa bewees ook op zijn eerste grote toernooi een geboren doelpuntenmaker met twee goals tegen Oekraïne (4-0) en de openingstreffer in de achtste finale tegen Frankrijk (1-3). Dat bleek onder aanvoering van een herboren Zinédine Zidane uiteindelijk te sterk, maar Villa had zijn reputatie gevestigd.
En die zou de jaren erna alleen maar verder in aanzien stijgen. Namens Valencia, dat hem in 2005 voor twaalf miljoen euro had overgenomen van Real Zaragoza, scoorde Villa in La Liga aan de lopende band (129 goals in vijf seizoenen) en in het shirt van Spanje zouden de successen snel komen. Met Villa (EK-topscorer met vier goals) als belangrijkste doelpuntenmaker veroverde La Roja in 2008 de Europese titel en twee jaar later volgde in Zuid-Afrika het ultieme succes in de vorm van de wereldtitel.
Vooral tijdens dat laatste toernooi drukte Villa nadrukkelijk zijn stempel op het Spaanse elftal, dat grotendeels op zijn kwaliteiten als doelpuntenmaker was aangewezen om de dominantie uit te drukken in de score. Van de eerste zes goals op het WK 2010 kwamen er vijf op naam van Villa, die bovendien ook telkens de ban brak tegen Honduras (2-0), Chili (2-1), Portugal (1-0) en Paraguay (1-0). In de halve finale tegen Duitsland (1-0) en de finale tegen Nederland (1-0) scoorde hij niet.
Dat is misschien ook wel de reden dat niet Villa, maar spelers als Torres en Iniesta – de makers van de doelpunten in de finales van het EK 2008 en het WK 2010 – sneller komen opborrelen als de gedachten teruggaan naar de Spaanse succesperiode. Toch was het vooral El Guaje (Het Kind) die ervoor zorgde dat het betoverende tiqui-taca-voetbal ook iets tastbaars opleverde. Zijn eenzame koppositie op de topscorerslijst aller tijden van Spanje is daar het sprekende bewijs van.
🇪🇸 David Villa has announced his plans to retire from football
— UEFA Champions League (@ChampionsLeague) November 13, 2019
Most memorable @Guaje7Villa goal? 🤔
🏆2⃣0⃣1⃣1⃣ @FCBarcelona #UCL pic.twitter.com/LYWpmNrvXf
David Villa speelde tussen 2010 en 2013 voor Barcelona, waarmee hij twee keer kampioen werd en in 2011 de Champions League won. In de finale scoorde Villa tegen Edwin van der Sar, de laatste tegengoal in de loopbaan van de Nederlandse keeper.
Een scheenbeenbreuk zette in 2012 een streep door het EK-optreden van Villa, toen inmiddels speler van Barcelona en lid van de fameuze MVP-aanval met verder Lionel Messi en Pedro. Spanje ving de afwezigheid van zijn topschutter tijdens dat toernooi op door veelal met een valse nummer 9 te spelen (Cesc Fàbregas) en prolongeerde de Europese titel. Twee jaar later moest Villa vanaf de bank toezien hoe La Roja in een reprise van de WK-finale van 2010 hardhandig werd onttroond door Oranje: 1-5.
Het betekende het afscheid van generatie. Behalve Xavi en Xabi Alonso stopte ook Villa na dat WK als international. Ruim vijf jaar later zoekt Spanje nog altijd naar een opvolger voor de man met de loepzuivere trap en is het stuivertje wisselen in de spitspositie. Of het nou Diego Costa, Álvaro Morata of Paco Alcácer is, allemaal hebben ze Villa nog niet kunnen doen vergeten. Maar dat is dan ook de man zonder wie Spanje waarschijnlijk nooit wereldkampioen was geworden.
Spanje (98 duels, 59 goals) - Wereldkampioen (2010), Europees kampioen (2008)
Real Zaragoza (94 duels, 39 goals) - Copa del Rey (2004), Spaanse Super Cup (2004)
Valencia (225 duels, 129 goals) - Copa del Rey (2008)
Barcelona (119 duels, 48 goals) - La Liga (2011, 2013), Copa del Rey (2012), Spaanse Super Cup (2010, 2011), Champions League (2011), Europese Super Cup (2011), WK voor clubs (2011)
Atlético Madrid (47 duels, 15 goals) - La Liga (2014)
David Villa announces his retirement from football leaving us with the most amazing memories from his time at Valencia CF 🖤
— Valencia CF English 🦇💯 (@valenciacf_en) November 13, 2019
Thank you @Guaje7Villa for your contribution to football, a historic 7⃣🦇 pic.twitter.com/jYdep2Y24X
Topscorers aller tijden van Spanje
Speler | Periode | Caps | Goals |
---|---|---|---|
David Villa | 2005-2017 | 98 | 59 |
Raúl | 1996-2006 | 102 | 44 |
Fernando Torres | 2003-2014 | 110 | 38 |
David Silva | 2006-2018 | 125 | 35 |
Fernando Hierro | 1989-2002 | 89 | 29 |
Fernando Morientes | 1998-2007 | 47 | 27 |
Emilio Butragueño | 1984-1992 | 69 | 26 |
Alfredo Di Stefano | 1957-1961 | 31 | 23 |
Julio Salinas | 1986-1996 | 56 | 22 |
Míchel | 1985-1992 | 66 | 21 |
Sergio Ramos | 2005-nu | 168 | 21 |
Telmo Zarra | 1945-1951 | 20 | 20 |
🇪🇸 @Guaje7Villa retires from football 😢
— UEFA EURO 2020 (@UEFAEURO) November 13, 2019
He scored 59 goals in 98 Spain games 👏👏👏#EURO2020 pic.twitter.com/0ER3liEBHi
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login