De grootste missers van Berlusconi's adjudant: Del Piero en Ronaldo
Als rechterhand van Silvio Berlusconi legde Adriano Galliani de basis voor het winnen van vijf Europa Cups, maar de voormalig directeur van AC Milan heeft ook een paar missers gemaakt op de transfermarkt.
Galliani wordt gezien als een belangrijke architect achter de succesperiode die Milan doormaakte tijdens het 31-jarige bewind van Berlusconi (1986 tot 2017). Als adjudant van de voormalig premier van Italië had de nu 75-jarige voetbalbestuurder, die zelfs een plek heeft in de Italiaanse Hall of Fame, een belangrijke hand in transfers. Waar de club de laatste jaren uitblinkt in miskopen, was dat in de succesjaren wel anders.
Zo betekende het aantrekken van Ruud Gullit, Marco van Basten en Frank Rijkaard in de jaren tachtig het begin van een glorieuze periode. Na de landstitel in 1988, de eerste in negen jaar, won Milan twee jaar op rij de Europa Cup I en de wereldbeker (1989 & 1990). De jaren erna zouden nog vele prijzen volgen. En altijd slaagden de Rossoneri er weer in nieuwe spelers te vinden die in San Siro een ster werden.
In de jaren negentig waren het spelers als Dejan Savicevic, Zvonimir Boban en George Weah, deze eeuw veroverden mannen als Andriy Shevchenko, Kaká en Zlatan Ibrahimovic de harten van de Milanese fans. Galliani bewaart nog altijd warme herinneringen aan zijn topaankopen, maar deed in gesprek met Sky Sport Italia ook een boekje open over enkele spelers die hij níét aantrok.
Zo greep de club ooit naast Carlos Tévez. De Argentijn leek te zijn binnengehaald, maar hij kwam echter nooit opdagen. Ook lag er al eens een deal met Roberto Baggio, vijf jaar voordat hij uiteindelijk alsnog naar Milan zou komen. Na het WK van 1990 zou de Italiaanse ster echter tekenen voor Juventus. Zoals Francesco Totti bijvoorbeeld nooit was te verleiden tot een vertrek bij AS Roma, hoewel Milan het lang heeft geprobeerd.
Maar het meeste spijt heeft Galliani dat hij Alessandro Del Piero liet lopen. 'We probeerden hem te halen voordat hij naar Juventus ging. Padova bood hem aan, maar wilde 5 miljard lire hebben (zo'n 2,5 miljoen euro, red.), een enorme transfersom voor zo'n jonge speler. We waren niet overtuigd. Hetzelfde geldt voor Cristiano Ronaldo. Hij was zestien en Sporting vroeg ons iets van 16 of 17 miljard lire.'
Het verhaal van beide spelers is bekend. Del Piero ging in 1993 op achttienjarige leeftijd naar Juventus voor een vergelijkbaar bedrag als dat Padova aan Milan vroeg en groeide in Turijn uit tot clubicoon. En Ronaldo verkaste in 2003 op achttienjarige leeftijd naar Manchester United, dat na één oefenwedstrijd tegen Sporting genoeg wist en negentien miljoen euro neertelde voor de Portugees.
Ondanks het mislopen van die twee spelers bleef Milan succesvol, met nog twee Champions League-titels in 2003 en 2007. De landstitel van 2011 was de laatste stuiptrekking, het vertrek van Ibrahimovic in 2012 naar Paris Saint-Germain luidde het einde in. 'Hij heeft toen enige tijd niet met mij gesproken, deels omdat ik had beloofd hem nooit te verkopen. Maar we moesten wel om budgettaire redenen.'
prijzen milan onder berlusconi & galliani
Prijs | Jaren |
---|---|
Serie A | 1988, 1992, 1993, 1994, 1996, 1999, 2004, 2011 |
Coppa Italia | 2003 |
Supercoppa | 1988, 1992, 1993, 2004, 2011 |
EC I/CL | 1989, 1990, 1994, 2003, 2007 |
Super Cup | 1989, 1990, 1994, 2003, 2007 |
Wereldbeker | 1989, 1990, 2007 |
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login