De harde werkelijkheid van het vrouwenvoetbal
Annemarie Postma en Mayke Wijnen volgen voor VI het EK voor Vrouwen op de voet. Zij wisselen elkaar af en houden een blog bij. Dit keer over gemengde gevoelen na de zege op de Red Flames.
Ik was teleurgesteld, maandagavond. Ik weet het, ik had er geen enkele reden toe. Nederland haalde met negen punten in een zware poule de kwartfinale. En toch voelde ik teleurstelling.
Ik vond Oranje sterk spelen tegen Noorwegen en het eerste uur tegen Denemarken. De snelheid waarmee de bal van voet naar voet ging, de opbouw met strakke passes, de effectieve tackles, de oplossing naar voren zoeken, de aannames, de kopduels achterin. Natuurlijk, er ging ook nog genoeg mis, maar de Nederlandse vrouwen hadden me op de langverwachte eindronde vooral blij gestemd.
Ik was in 2009 bij het EK in Finland, het debuut van de Oranje Leeuwinnen op een eindronde met als stunt het bereiken van de halve finale. Dat moment is nog altijd hét hoogtepunt in het vrouwenvoetbal: een beter resultaat haalde Nederland daarna nooit meer. Zeker, de spanning en een chauvinistisch hart vergoedden veel, maar het voetbal was niet bepaald een spel om er eens lekker voor te gaan zitten. Een verdedigend blok, met daarvoor rappe aanvallers die bij een counter gevaar konden stichten. Goals waren meer gebaseerd op toeval dan dat er een aanvallend idee achter zat. Vera Pauw was op dat moment de best mogelijke coach voor Oranje: ze wist precies hoe ze het spel van de tegenstander kon ontregelen.
Dit jaar is alles anders. Na acht jaar ontwikkeling wordt er niet meer gekeken naar de tegenstander: Oranje speelt naar voren en daar blijft het bij, of de tegenstander nu Noorwegen, Denemarken of straks Zweden en misschien wel Engeland heet (ja, ik weet het: wedstrijd per wedstrijd bekijken). En dat frisse spel werd óók nog eens gecombineerd met prestaties. Tactisch en technisch ligt er zeker nog veel ruimte voor verbetering, maar het voornaamste was dat Nederland een eigen gezicht toonde. Ik kon het daardoor los zien van de standaard: het mannenvoetbal. Want we mogen niet vergelijken. Onzin natuurlijk. Vrouwenvoetbal zit nu eenmaal nog niet in onze cultuur, dus allicht kijken we volgens de maatstaven van het mannenvoetbal. Vrij menselijk om onze mening daarop te baseren, lijkt me.
Een geforceerde onderdrukking heeft nog nooit effect gehad: vrouwenvoetbal is er voor de mensen die openstaan voor een nieuwe dimensie aan de voetbalcultuur. En het lukte me, om die nu, op dit EK, te omarmen. Ook al was het een niveau lager. De passie, de strijd, het teamgevoel, de overgave, het creëren van kansen met aanvallend spel: ze maakten dat ik van het vrouwenvoetbal was gaan houden. Van Oranje dan. Want van pakweg Portugal en Schotland was ik droevig geworden. Te veel onkunde, te weinig controle. Pas dan gaat weer de vergelijking op: er staat niet genoeg eigenheid tegenover. 'Gelukkig hebben wij Oranje', dacht ik.
En toen was daar het duel met België. Ik betrapte mezelf op voortdurend vloeken. ‘Jeetje, die eindpass.’ En: ‘Mán, wat een misser.’ Toen: ‘Wat. Een. Niveau.’ Waar sommigen nog positief waren (‘het vrouwenvoetbal is lekker onvoorspelbaar’ of ‘er gebeurt veel door de ruimtes die er liggen’ en ‘spannend is het wel’), huilde mijn voetbalhart. Net nu het zich had opengesteld, werd het keihard geraakt. Dit was een potteke stamp tegen en vooral van de Belgen. Een stemmetje in mijn hoofd zei: ‘Zie je wel’. De klasse van Lieke Martens en dieptepasses van Jackie Groenen schreef ik plots toe aan de tragiek van een verdediging vol drama.
Dat is de harde werkelijkheid waarin het vrouwenvoetbal zich begeeft. Als de Oranje mannen zich met afgrijselijk voetbal alsnog voor het WK in Rusland weten te plaatsen, sta ik vooraan te springen. Maar zo ver zijn de vrouwen nog niet. In een blijvende acceptatie ligt voor onze Oranje Leeuwinnen een loodzware opdracht: flitsend spelen én winnen. Want zelfs een halve finale-plek in 2009 heeft alsnog geen écht fundament gelegd voor het vrouwenvoetbal, simpelweg omdat het voetbal niet bekoorde. En nu Oranje die verwachting in de eerste twee duels wel had gecreëerd, keerde hun eigen frisse spel zich tegen zich: tegen België had het simpelweg beter gemoeten.
Misschien lag daar wel de teleurstelling. In mezelf. Dat ik mezelf terugvond op een grens tussen verrassing en deceptie die flinterdun bleek. En dat ik die - net als de neutrale voetballiefhebber - niet kon wegnemen door simpelweg te accepteren dat je niet altijd goede wedstrijden ziet. Aan de Oranje Leeuwinnen de schone taak om dat fundament voor ons te bouwen. Ga er maar aanstaan.
Mis niets van het EK Vrouwen
Wil jij de komende maand alles lezen over het EK Vrouwen in Nederland? Dan is deze aanbieding iets voor jou. Voor slechts één euro word je de komende maand lid van VI PRO en krijg je toegang tot alle interviews met en analyses over de Oranje Leeuwinnen.Klik hier om direct je voordelige proefabonnement af te sluiten.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login