De WK-historie in vogelvlucht: het toernooi van 2010
Het WK 2014 is het twintigste wereldkampioenschap in de historie. Voetbal International blikt in zeven delen terug op de voorgaande toernooien. Hieronder aandacht voor het vorige WK, in 2010 in Zuid-Afrika.
Teams 32
Wedstrijden 64
Doelpunten 145
Spelers 599
Stadions 10
Toeschouwers 3.148.756
Winnaar Spanje
Verliezend finalist Nederland
Derde plaats Duitsland
Vierde plaats Uruguay
Topscorers Wesley Sneijder (Ned), David Villa (Spa), Diego Forlán (Uru), Thomas Müller (Dui): allen 5
Het WK van 2010 was de eerste WK-eindronde op het Afrikaanse continent. Op dit toernooi verloor het Nederlands elftal voor de derde keer een WK-finale en kroonde Europees kampioen Spanje zich voor het eerst in de historie tot wereldkampioen. Spanje werd het eerste Europese land dat de wereldbeker veroerde buiten het eigen continent.
Spanje blonk niet uit in het maken van doelpunten (slechts acht waren er nodig voor de wereldtitel, een record), maar het gaat ook te ver om het voetbal van de formatie van Vicente del Bosque saai te noemen. Met maar twee tegentreffers bleken La Rochas onder defensieve leiding van doelman Iker Casillas zeer moeilijk te verrassen. Daarnaast zorgden Xavi en Iniesta altijd voor gevaar vanaf het middenveld en was goalgetter David Villa goed voor vijf van de acht Spaanse treffers.
Het Oranje van bondscoach Bert van Marwijk won op weg naar de finale alle zes wedstrijden en had in Wesley Sneijder zijn meest productieve speler met vijf doelpunten. Uit de eindstrijd tegen Spanje blijven - behalve het winnende doelpunt van Iniesta in de verlenging - twee andere momenten bij: de levensgrote kans van Arjen Robben gevolgd door de gelukkige redding van Casillas en de onbesuisde trap van Nigel de Jong tegen Xabi Alonso.
Zuid-Afrika zorgde voor een primeur door als eerste gastland de groepsfase van de WK-eindronde niet te overleven. Ook Frankrijk en Italië zorgden voor gefronste wenkbrauwen: beide grootmachten konden al na de groepsfase naar huis zonder ook maar één zege. Engeland beleefde ook een dieptepunt in zijn WK-historie: het land kreeg in de achtste finale een historische nederlaag te verwerken tegen Duitsland (4-1).
Van de vijf Afrikaanse landen die in Zuid-Afrika present waren, presteerde Ghana het beste. De ploeg van de Servische bondscoach Milovan Rajevac strandde pas in de kwartfinale na een verloren strafschoppenreeks tegen Uruguay (4-2 na een 1-1 eindstand). De andere vier Afrikaanse deelnemers - behalve Zuid-Afrika waren dat Kameroen, Ivoorkust en Algerije - slaagden er niet in de groepsfase te overleven.
Het WK in Zuid-Afrika was ook het WK van de vuvuzela, het blaasinstrument dat bij elke wedstrijd het gejuich en de spreekkoren vanaf de tribunes overstemde en zodoende voor veel tv-kijkers een grote bron van ergernis was. Los daarvan was het toernooi in Zuid-Afrika in de tien speelsteden een groot feest met volle stadions, een prima organisatie en een zeer gastvrije bevolking.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login