Denemarken flitst één helft en klopt Bulgarije
Denemarken is goed bezig op het EK in Portugal. De ploeg van Morten Olsen imponeerde in de eerste helft en maakte het vlak voor tijd af tegen de teleurstellende Bulgaren (2-0). Jon Dahl Tomasson en de gretige Jesper Grønkjær maakten het verschil.
Net als tegen Italië speelden de Denen opmerkelijk fris. Met goede combinaties bereikten ze de vleugels, waar Martin Jörgensen en de al snel voor de gebleseerde Dennis Rommedahl ingevallen Grønkjær de ene na de andere voorzet voor het Bulgaarse doel gooiden.
Vier dagen geleden hadden de Italianen daar weinig problemen mee, maar nu was de ploeg van bondscoach Morten Olsen telkens gevaarlijk. De witte Bulgaarse muur bleek lang niet zo solide als de witte Italiaanse eerder.
Liefst zeven behoorlijke kansen creëerde Denemarken in de eerste helft al. Tomasson was het dichtste bij een treffer toen hij doelman Zdravko Zdravkov omspeelde maar de bal vervolgens in het zijnet mikte. 
Vlak voor rust, toen de Bulgaren juist hun enige sterke periode hadden met twee goede kansen, viel de 1-0 wel. Deze keer hoefde Tomasson alleen zijn voet tegen de voorzet van Jörgensen aan te zetten om te kunnen scoren.
Na rust maakten de Denen het zichzelf onnodig lastig door het tempo drastisch te laten zakken en veel balverlies te lijden. De Bulgaren leefden daardoor op en geloofden zowaar weer in meer dan een logische nederlaag.
Een vuist kon de ploeg van Marken Plamov echter maar zelden maken. Martin Petrov draafde dan wel driftig over het veld, maar de spitsen werden niet gevonden. De frustratie daarover, en over een niet gegeven vrije trap op de rand van de Deense zestienmeter, leidde onder meer tot een rode kaart (twee keer geel) voor aanvoerder Stilian Petrov.
Denemarken bleef ondanks het fysieke geweld overeind en kwam via Grønkjær, die een mooie één-twee met Tomasson doeltreffend besloot, zelfs op 2-0. De kwartfinale lijkt nu in zicht. Bulgarije is na twee nederlagen uitgeschakeld en moet nog tegen Italië voordat het naar huis kan.