FC Porto, een handelshuis bij uitstek sinds 2004

Danilo Luiz da Silva (foto) kost de Madrileense grootmacht komende zomer liefst 31,5 miljoen euro, zo maakten de Portugezen zelf bekend. De Braziliaan bezet daarmee evenwel pas de vijfde plaats op de lijst van duurste uitgaande spelers van FC Porto, waar op dit moment ook nog 'melkkoeien' met doorlopende contracten als Jackson Martínez, Alex Sandro, Yacine Brahimi en Héctor Herrera rondlopen. Er wacht ongetwijfeld wederom een drukke transferperiode voor FC Porto, sinds 2004 een handelshuis waar menige club jaloers op is.

Om preciezer te zijn: woensdag 26 mei 2004, 's avonds rond de klok van half elf. Op het moment dat de Deense scheidsrechter Kim Milton Nielson voor het laatst floot in de Champions League-finale van het seizoen 2003/04 zal niemand aan Portugese zijde eraan gedacht hebben. Inmiddels weten ze het maar al te goed: die 3-0 zege op AS Monaco was de aanzet tot een inkomende geldstroom die zijn weerga niet kent.

In de zomer van 2004 werden al direct vier basisspelers uit die finale weggekocht. Paulo Ferreira en Ricardo Carvalho volgden toenmalig trainer José Mourinho voor in totaal 50 miljoen naar Chelsea, Deco verhuisde voor 21 miljoen naar Barcelona, terwijl Tottenham Hotspur 3 miljoen betaalde voor Pedro Mendes: een totaalopbrengst van 74 miljoen euro. Met het miljoen dat zowel invaller Dimitri Alenichev als Fabiano Rossato opbracht, kom je zelfs uit op 76 miljoen.

In de winter van 2005 werden Derlei en Carlos Alberto bovendien voor in totaal 17,5 miljoen euro verkocht, wat de volledige oogst voor het seizoen 2004/05 op een slordige 94 miljoen euro brengt. De transferopbrengsten uit de vijf seizoenen daarvoor? Respectievelijk 13 miljoen euro, 17 miljoen, nul, 18 miljoen en 10 miljoen. Over het algemeen aardige bedragen, maar inmiddels lachen ze in de bestuurskamer van het Estádio do Dragão keihard om dat soort fooien.

Klappers
Want ook in de jaren daarna bleef FC Porto een geliefde onderhandelingspartner voor Europese (sub)topclubs met veel te besteden. De overige uitgaande transfers in 2005 van spelers als Maniche en Luis Fabiano leverden de Portugezen nog eens 47 miljoen op. In 2006 ging de geldkraan met 9,7 miljoen wat dicht, maar in de drie jaren daaropvolgend toucheerde de club 70,9 miljoen, 53,5 miljoen en 69,5 miljoen.

In 2007 telden Manchester United en Real Madrid namelijk bij elkaar 62 miljoen euro neer voor Anderson en Pepe, in 2008 betaalden Internazionale en Chelsea allebei meer dan 20 miljoen voor Ricardo Quaresma en José Bosingwa, terwijl Lisandro López, Aly Cissokho (beiden Olympique Lyon) en Lucho Gónzalez (Olympique Marseille) in 2009 voor bijna 60 miljoen naar Frankrijk vertrokken.

De meeste klappers werden vervolgens in de afgelopen jaren gemaakt. Van de negen transfers die het meest opleverden werden er zes in de laatste vier jaar afgerond. De Colombianen James Rodríguez (in 2013, naar AS Monaco) en Radamel Falcao (in 2011, naar Atlético Madrid) vertrokken voor het enorme bedrag van 45 miljoen euro, terwijl João Moutinho voor 25 miljoen meeging met eerstgenoemde. Hulk leverde op zijn beurt 40 miljoen euro van Zenit Sint-Petersburg op en Manchester City maakte 30,5 miljoen over voor Eliaquim Mangala: een miljoen minder dan Real voor Danilo betaalde.

Alle uitgaande transfers sinds 2004 leverden FC Porto het astronomische bedrag van ruim 691 miljoen euro op. Dat is uiteraard geen pure winst, want de club spendeerde ook het nodige. Nooit betaalde Porto meer dan 47 miljoen euro per jaar, maar het uitgaande bedrag sinds 2004 is toch nog zo'n 349 miljoen. Dat komt neer op 'slechts' de helft van de inkomsten uit transfers. Daarnaast staat de club erom bekend zaken te doen met investeringsmaatschappij Doyen Sports Group, die in veel gevallen ook een (fors) deel van de transfersom krijgt. Laat onverlet dat FC Porto kan terugkijken op een hele lijst uitstekende deals. (Dolf van Aert)

• Meer over

• FC Porto
• Primeira Liga 2014/2015