FC Twente, de armste club onder de kampioenen
De financiële problemen bij FC Twente zijn niet alleen van vandaag. Ze lopen zelfs als een rode draad door de vijftigjarige geschiedenis van de club.
Hoewel destijds bij het uitspreken onvermoed, bleken het woorden met eeuwigheidswaarde. 'Wij zijn de kampioen van de arme clubs', zei Cor Hilbrink, kort nadat Sportclub Enschede en Enschedese Boys de emotioneel geladen beslissing hadden genomen om hun profafdelingen onder te brengen in de nieuwe club FC Twente’65. De verzetsheld en zakenman Hilbrink was de eerste voorzitter van de fusieclub, die vanuit de provincie meermalen - maar nooit langdurig - de aanval opende op gevestigde grootmachten als Ajax, Feyenoord en later ook PSV.
Al in het seizoen 1968/69 wierp de nieuwlichter uit Twente zich op als een serieuze titelkandidaat om de competitie uiteindelijk op de derde plaats te eindigen. In 1974 verspeelde de club het kampioenschap op de voorlaatste speeldag door een nederlaag bij Feyenoord. En pas decennia later, in 2010 (foto boven), leverde de zoveelste aanval op de top eindelijk de kampioensschaal op.
Tekorten
Maar door de jaren heen manifesteerde FC Twente zich vooral in de woorden van Hilbrink: als de kampioen van de arme clubs. Feitelijk waren Sportclub Enschede en Enschedese Boys halverwege de jaren zestig al tot de fusie gedwongen omdat beide clubs financieel niet in staat waren zelfstandig het hoofd boven water te houden. FC Twente’65 begon met 800.000 gulden in de min doordat de nieuwe club de bestaande tekorten van Sportclub Enschede en Enschedese Boys moest overnemen. Na het eerste jaar in de Eredivisie was de schuld opgelopen tot boven de één miljoen.
Toen al moest de verlichting komen uit een spelersverkoop. In 1967 kocht Feyenoord aanvaller Paja Samardzic voor een half miljoen gulden en deed er het talent Kick van der Vall bij. FC Twente kon met dat geld de schulden reduceren en coach Kees Rijvers mocht daarnaast nog investeren in de spelers Dick van Dijk en Eddy Achterberg. En zo onderwierp ook FC Twente zich aan de voornaamste levenscirkel van het Nederlandse profvoetbal: talenten goedkoop aantrekken, in een paar jaar tijd beter maken en vervolgens met winst verkopen.
Het leverde in Enschede een indrukwekkende parade van extravagante, bijzondere, goede en ook gemankeerde voetballers op. Epi Drost, Theo Pahlplatz, Hallvar Thoresen, Jan Sörensen, Prince Polley, Theo Janssen, Bryan Ruiz, Dusan Tadic. Ze lieten decennia lang tot in Milaan, Mönchengladbach en Moskou van zich horen en legden FC Twente prominent in de etalage van het Nederlandse en Europese voetbal. De Enschedese club speelde sinds 1965 bijna 170 Europese wedstrijden, won één kampioenschap, twee Johan Cruijff-schalen en drie KNVB-bekers.
Ongelukken
FC Twente ontwikkelde zich tot een voetbalclub zoals zovele, waarbij de periodes van lijden meestal langer en intensiever duren dan de momenten van kortstondig winnaarsgeluk. De club leed in 1975 een pijnlijke nederlaag in de finale van het UEFA Cup-toernooi, degradeerde in 1983 naar de Eerste Divisie, verloor door ongelukken voetballers in actieve dienst als Tommy Krommendijk en Andy Scharmin, zag hoe bij de uitbreiding van De Grolsch Veste een dakdeel instortte waarbij twee bouwvakkers om het leven kwamen en ging in 2003 bijna failliet.
Anno nu is FC Twente nog steeds de kampioen van de arme clubs. De armste club onder de kampioenen kan inmiddels óók gezegd worden. Want de titel van 2010 wordt in deze dagen duur betaald. De salarissen zijn in Enschede de pan uitgerezen en de schulden hebben zich opgestapeld tot duizelingwekkende hoogte. Opnieuw moet de gemeenschap de club redden. Opnieuw moeten elegante en begenadigde voetballers worden verkocht om de gaten te dichten.
Bryan Ruiz, Nacer Chadli, Dusan Tadic, Quincy Promes en Jesús Corona gingen al. Komende winter vertrekken Hakim Ziyech en misschien wel Renato Tapia en Felipe Gutiérrez.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login