Gabbiadini, klaar voor de erfenis van Higuaín én Milik
VI-redacteur Reon Boeringa blikt vooruit op de achtste speelronde van de Serie A. Hij legt uit waarom de zware blessure van Arek Milik voor Napoli geen drama hoeft te zijn.
Napels stond op 26 juli op zijn kop nadat het vertrek van Gonzalo Higuaín naar Juventus bekend was geworden. Fans waren teleurgesteld, ontgoocheld en vooral woedend. Maar voor één man voelde het afscheid van Higuaín niet als verraad, maar als bevrijding. Na bijna twee jaar in de schaduw van de beste Napoli-speler sinds Diego Maradona, dacht Manolo Gabbiadini dat zijn moment eindelijk was aangebroken.
Gabbiadini is negentien als hij in het seizoen 2009/10 doorbreekt bij Atalanta Bergamo. Hij wordt direct omarmd door de Bergamaschi. Logisch, want hij heeft er de hele opleiding doorlopen en is geboren in Calcinate, een plaatsje vlak buiten Bergamo. Gabbiadini's roem reikt al snel verder dan Stadio Atleti Azzuri d'Italia, want na een paar duels zit de hele Italiaanse top voor hem op de tribune. Scouts zijn op slag verliefd op zijn linkerbeen, waarmee hij snoeihard én loepzuiver schiet. In 2012 verbindt de veelzijdige aanvaller - hij kan op de flank en in de punt spelen - zich aan Juventus.
Om te rijpen stalt Juventus hem bij Bologna en daarna bij Sampdoria. Bij die laatste club laat Gabbiadini in het seizoen 2013/14 zien klaar te zijn voor de sprong naar de top. Met Carlos Tévez, Fernando Llorente, Mirko Vucinic, Fabio Quagliarella en Daniel Osvaldo is er voor hem echter geen plek in Turijn, helemaal als de club medio 2014 ook nog eens Álvaro Morata binnenhaalt. Daarom blijft Gabbiadini in Genua, om begin 2015 alsnog de stap naar een grootmacht te maken, naar Napoli.
Higuaín is dan halverwege zijn tweede seizoen in Stadio San Paolo. Hij presteert goed, maar zijn plek is niet onaantastbaar. Gabbiadini ruikt dus zijn kans en presteert in zijn eerste half jaar meer dan uitstekend, door in de competitie acht keer te scoren. Het zijn slechts drie doelpunten minder dan Higuaín in diezelfde periode maakt in ruim twee keer zoveel speelminuten. In de voorbereiding op het seizoen 2015/16 staan voor Gabbiadini alle seinen op groen om de titel van talent te verruilen voor die van gevestigde naam én misschien wel uit te groeien tot eerste spits.
Maar dan begint Higuaín te scoren. Veel te scoren. Verschrikkelijk veel te scoren. Het gaat maar door. Gabbiadini verpietert ondertussen op de bank. Met elke goal van Higuaín, krimpt hij verder ineen. Het seizoen dat zijn grote doorbraak moest worden, draait uit op een van invalbeurten aaneengeschakeld echec. Heel soms tovert Gabbiadini nog met zijn linker, zoals tegen Frosinone (onder) en Midtjylland (boven). Om maar even te laten zien dat hij het niet verleerd is.
Dus springt Gabbiadini een gat in de lucht als Higuaín eind juli wordt weggekocht door Juventus. Maar als Napoli niet veel later Milik ophaalt bij Ajax, voelt hij de bui alweer hangen. Want een speler van dik dertig miljoen begint altijd met een streepje voor. En als die speler in de eerste weken van het seizoen ook nog eens begint te scoren, weet Gabbiadini alweer hoelaat het is. Same shit, different day.
Daarom heeft 9 oktober voor Gabbiadini veel overeenkomsten met 26 juli. Want waar het ernstig geblesseerd wegvallen van Milik voor Napoli een dreun is, is het voor hem een enorme meevaller. Het komende half jaar mag hij namelijk laten zien dat hij het predikaat talent definitief voorbij is. Het gemis van Milik zal zich doen voelen, maar wie Gabbiadini een beetje kent, weet dat Napoli niet hoeft te wanhopen.
Waarom de blessure van Milik voor Napoli niet het einde van de wereld hoeft te zijn. #gabbiadini https://t.co/nHdjIzI0EJ
— Reon Boeringa (@reonboeringa) 9 oktober 2016
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login