'Grote Johan Cruijff-hype is in aantocht'
De komende weken wordt u bedolven onder de boeken over Johan Cruijff. In mijn boekenkast staat al een imposante rij boeken over de beste Nederlandse voetballer aller tijden, maar voor verzamelaars breken er gouden tijden aan. Een hele serie uitgeverijen wil profiteren van de zestigste verjaardag van de legendarische voetballer. Allerlei auteurs die Cruijff nooit hebben ontmoet, laat staan gesproken, maken overuren achter hun tekstverwerkers. Op 25 april wordt Cruijff zestig jaar, de media-hype is in aantocht. Een heel peloton bekende Nederlanders en de semi-intellectuele sector, met Anna Enquist, Hanneke Groenteman, Annemarie Oster en Lydia Rood, ontleden de jarige. Ook op de redactie van Voetbal International werken we tot diep in de nacht door. In samenwerking met uitgeverij de BUITENSPELERS maakt de redactie van het maandblad Nummer 14 het enige echte boek met en over het feestvarken. Het wordt een chic overzicht van zijn kleurrijke carrière, gelardeerd met uniek fotomateriaal.
Met Frits Barend en Jaap de Groot behoorde ik tot de huisjournalisten van Cruijff. Wij waren kind aan huis in Vinkeveen en later in Barcelona, waardoor we over veel achtergrondinformatie beschikken. We kennen de hele familie en weten dat Cruijff helemaal niet zit te wachten op alle poespas. Toch maken we dit ultieme boek over de bekendste landgenoot. Het is een eerbetoon en het publiek heeft recht op een dergelijk standaardwerk. We kunnen dit boek maken omdat we het vertrouwen van Cruijff genieten en de opbrengst gaat naar de Johan Cruyff Foundation. Natuurlijk zijn er productiekosten, maar de auteurs werken belangeloos mee en opvallend veel fotografen stellen hun materiaal gratis beschikbaar. Bert Nederlof, de huidige ghostwriter van Cruijff in Nummer 14, schrijft mee, evenals Cees van Cuilenborg die als journalist de Amerikaanse periode van nabij meemaakte. Oranje-specialist Matty Verkamman schrijft over Cruijffs rol bij het Nederlands elftal en Rotterdammer Hugo Borst neemt de Feyenoord-periode voor zijn rekening. Cruijff-kenner Henk Davidse stelt al zijn memorabilia beschikbaar. Van het rond vijfhonderd pagina’s tellende boek komt tevens een exclusieve uitgave op de markt in een oplage van 1947 – het geboortejaar van Cruijff – exemplaren. Die boeken worden gesigneerd door Johan Cruijff. Toen ik dertig jaar geleden bij dit blad kwam werken, was de redactie gebrouilleerd met Cruijff. Joop Niezen en John Linse stelden de zakelijke houding van Cor Coster, schoonvader en zaakwaarnemer van Cruijff, aan de kaak en dat werd niet op prijs gesteld. Opvallend is wel dat dezelfde Linse later met zijn zoon Rodger in de voetbalmakelaardij dook en een bloeiend bedrijf opbouwde. Als journalist onderschreef ik het Cruijff-evangelie, maar we waren jaren niet on speaking terms. Daar kwam verandering in toen Ajax-voorzitter Ton Harmsen zijn trainer Cruijff in 1987 publiekelijk tot de orde wilde roepen. Voor de Europa Cup II-wedstrijd tegen Dundalk FC in Ierland werd ik via de reisleidster ontboden in het spelershotel. De bullebak Harmsen maakte me met de nodige stemverheffing duidelijk dat ik met mijn stukken ‘die kleine’ de indruk gaf dat hij goed bezig was. Daar moest verandering in komen en vervolgens kreeg ik een stortvloed achterklap over me heen. Of ik dat maar wilde publiceren, maar Harmsen mocht niet geciteerd worden. Toen ik dat weigerde, was mijn relatie met de Ajax-voorzitter ten einde. Later op de dag zag ik een busje met Ajax-officials naar de golfbaan rijden. Voorin de bus zat een journalist van het AD, die vanaf die dag opvallend kritisch over Cruijff schreef. Dezelfde week zat ik met Jaap de Groot en Frits Barend aan de koffie in Vinkeveen en behoorde ik tot het Cruijff-kamp. Als journalist was ik erg close met Cruijff, maar als voetbalkenner en trainer kon je hem werkelijk niets kwalijk nemen. Hij voegde louter positieve zaken toe aan het voetbal en bleef zelfs gentleman toen Rinus Michels hem op een achterbakse wijze als coach bij het Nederlands elftal weghield, omdat De Generaal hem het succes niet gunde. Ik heb Cruijff leren kennen als een zeer loyale man. Mensen die hem niet laten vallen, zal hij altijd beschermen. Af en toe slaat dat door. Hij maakte zich de afgelopen tijd zelfs ietwat ongeloofwaardig door bondscoach Marco van Basten tegen beter weten in te blijven steunen en beschermen. Voor een superster is Cruijff eigenlijk teleurstellend normaal. Hij is altijd de zoon van een groenteboer uit Betondorp gebleven, het product van een degelijke opvoeding in een middenstandsgezin met bijna klassieke normen en waarden. Dat respect verwacht hij ook van de andere partij. Toen de redactie van het blad Johan zonder zijn toestemming zijn naam gebruikte, distantieerde hij zich van dat blad. Toen ik hem ruim twee jaar geleden benaderde voor het blad Nummer 14, reageerde Cruijff meteen positief en werd hij een trouw medewerker. Hendrik Johannes Cruijff werd geboren op 25 april 1947 in Amsterdam. In 1957 meldde hij zich aan als lid van Ajax. Tien jaar na de invoering van het betaalde voetbal in Nederland, op 15 november 1964, debuteerde de totaal onbekende jeugdspeler Johan Cruijff in het eerste elftal van Ajax tegen GVAV in het Oosterpark Stadion. Ajax verloor met 3-1 en niemand van de toeschouwers besefte getuige te zijn geweest van een historische gebeurtenis. Het publiek in Groningen had het grootste talent uit de vaderlandse voetbalhistorie voor het eerst aan het werk gezien. Negen jaar na zijn debuut in 1964 verhuisde hij naar Barcelona. Vervolgens speelde Cruijff voor Los Angeles Aztecs, Washington Diplomats, het Spaanse Levante, opnieuw Ajax en gastwedstrijden met New York Cosmos, DS ’79 en AC Milan. Nadat Ajax-voorzitter Harmsen aankondigde dat zijn club Cruijff niet meer nodig had als speler, tekende de gekrenkte vedette in 1983 een contract met Feyenoord. De Rotterdamse club won het seizoen daarop de nationale titel en de KNVB-beker. Daarna vond Johan Cruijff het welletjes. De Watergraafsmeer is een wijk aan de oostkant van Amsterdam, een stadsdeel dat in de volksmond bekendstaat als Betondorp. Het is totstandgekomen tijdens de vooroorlogse crisis, eind jaren twintig, begin jaren dertig. De Meer, het voormalige stadion van Ajax, en Betondorp werden slechts gescheiden door de Middenweg. Betondorp was een arbeidersbolwerk. De kinderen hadden de beschikking over vijf lagere scholen en de huizen waren aanmerkelijk ruimer dan de woningen in de stad of de Jordaan. De familie Cruijff streek neer in het winkelpand aan de Akkerstraat 32. Vader en moeder kwamen uit de Jordaan, ze zaten in de handel, vis, aardappelen en groente. Na de oorlog begonnen ze een groentezaak in Betondorp. Op het moment dat Johan Cruijff in het eerste elftal debuteerde, was zijn moeder, die als weduwe de kost moest verdienen, huishoudster bij Ajax-trainer Vic Buckingham. Daarom at Cruijff tussen de middag altijd bij Buckingham, waar hij Engels leerde spreken. In januari 1965 volgde Rinus Michels de Engelse trainer op. Michels vond Cruijff aanvankelijk nog te jong en fysiek niet sterk genoeg voor het eerste elftal. Nadat Ajax op 17 oktober thuis van Sparta had verloren, nam de jonge Cruijff de plaats van Klaas Nuninga over. Met hem in de spits bleef Ajax zestien wedstrijden op rij ongeslagen. Iedere voetballiefhebber weet intussen wie Johan Cruijff is. De Amerikaanse successtory die volgde laat zich lezen als een spannend jongensboek: de zoon van een Amsterdamse groenteboer die de wereld veroverde en de bekendste Nederlander werd. Het is een stukje vaderlandse geschiedenis dat in geen enkele boekenkast mag ontbreken. U hoeft straks niet eens naar de boekwinkel om JOHAN CRUIJFF in uw bezit te krijgen. U kunt het levensverhaal van Johan Cruijff via Voetbal International bestellen, dan krijgt u het keurig thuis bezorgd. Ik houd u op de hoogte.
Johan Derksen