Het geheim van de talentenvijver van Spanje
Het is opmerkelijk hoeveel toptalenten blijven doorkomen vanuit het Spaanse jeugdvoetbal. Een van de teams die de aandacht op zich weten gericht is het Spanje Onder-21 van bondscoach Albert Celades. Dinsdagavond strijdt de ploeg met Italie om een plaats in de finale.
De selectie die afreisde naar het EK in Polen is indrukwekkend met onder anderen Marco Asensio, Saúl Ñíguez, Héctor Bellerín en Iñaki Williams. Zij zijn de opvolgers van Álvaro Morata, Isco, Thiago Alcántara en Dani Carvajal, die met Jong Spanje EK-titels wonnen in 2011 en 2013.
Het succes van Spanje Onder-21 begint vijf jaar vóór een toernooi, aldus Celades in een interview met El País. 'We hechten heel veel belang aan de Onder-16. Dat is de eerste nationale ploeg en de moeilijkste, omdat het de eerste keer is dat je spelers door een zeef haalt.' Elk jaar nodigt de Spaanse voetbalbond zestig tot zeventig vijftienjarige talenten uit voor trainingen en oefenwedstrijden. Met hulp van de regionale afdelingen die actief meezoeken naar de beste voetballers. Loop je de selectie van de Onder-21-ploeg door, dan kom je tot de ontdekking dat velen al vanaf hun zestiende samenspelen in de nationale kleuren.
Denis Suárez (Barcelona), Jesús Vallejo (Real Madrid), Héctor Bellerín (Arsenal), Sandro Ramírez (Málaga), Saúl Ñíguez (Atlético Madrid), Marco Asensio (Real Madrid), Gerard Deulofeu (Everton), Borja Mayoral (VfL Wolfsburg), Jorge Meré (Sporting Gijón) en Jonny Castro (Celta de Vigo) begonnen allemaal in Spanje Onder-16. Bij andere landen is meer verloop van spelers. 'Natuurlijk maak je fouten met voetballers van die leeftijd', benadrukt Celades. 'Toch is het belangrijk dat je niet elk jaar twintig andere spelers oproept. Hoe langer de jongens samenspelen, hoe makkelijker de aanpassing zal zijn. Zaak is zo min mogelijk fouten te maken bij het samenstellen van de Onder-16.'
Een andere pijler is de keuze voor techniek boven atletische kwaliteiten. Op korte termijn levert dat niet altijd resultaat op, maar spelers die fysiek nog niet volgroeid zijn, worden niet zomaar genegeerd. De Spaanse voetbalbond profiteert bovendien van het feit dat bijna alle clubs in de Primera en Segunda División tijd en geld steken in hun opleidingen. De aanwas van talent is overweldigend en niet alleen afkomstig van Barcelona en Real Madrid.
Levensbelang
De lichting die nu Spanje Onder-21 vertegenwoordigt, veroverde twee jaar geleden de titel op het EK Onder-19. 'Het gevoel van verbondenheid is belangrijk', vertelt Celades in El País. 'We willen dat de jongens de nationale ploeg als iets van zichzelf beschouwen. Het moet hun huis worden, hun ploeg. En niet iets abstracts omdat je plotseling een keer wordt opgeroepen. De meesten hebben samen al veel avonturen beleefd. Ze weten wat wij van ze verwachten. Daarom is het formeren van de Onder-16 van levensbelang. Daar begint het.'
Ook belangrijk in de volwassenwording is het feit dat veel talenten al jong worden geconfronteerd met de harde wetten in het voetbal. Terwijl in Nederland een discussie is losgebarsten over beloftenteams in de Jupiler League en daaronder, is het laten meedraaien van de hoogste jeugdploegen in het profvoetbal een van de geheimen van de rijke Spaanse talentvijver. In de Segunda División en de Segunda B worden de talenten geconfronteerd met volwassen kerels die ten koste van alles willen winnen. Daar leren ze te vechten voor hun plek.
Het voorbije seizoen veroverde Barcelona de titel in groep 3 van de Segunda B en draaiden nog eens dertien tweede elftallen mee in de vier groepen die het derde niveau telt. Sevilla deed afgelopen seizoen als enige mee in de tweede divisie, maar krijgt gezelschap van Barcelona dat in de play-offfinale afrekende met Santander. In de andere finale legde Valencia II het af tegen Albacete. Het zijn leerzame processen die in de breedte de hele Spaanse voetbalpiramide ten goede komen.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login