Jan van Schijndel, de vergeten international
Even uw parate kennis testen. Wanneer zat er een recordaantal toeschouwers in De Kuip? Niet bij een Europa Cup-finale, niet bij een belangrijke wedstrijd van Feyenoord en ook niet bij een kwalificatieduel van Oranje.
Op 4 juni 1949 werden er 64.368 toeschouwers in De Kuip gepropt voor de beslissende wedstrijd tussen SVV en Heerenveen, met als inzet het kampioenschap van Nederland. Het stadion was binnen een paar dagen uitverkocht, maar de voetbalbond was vergeten kaarten naar Heerenveen te sturen. Dat probleem werd opgelost door noodtribunes te bouwen, zodat er ruimte werd gecreëerd voor supporters uit Friesland.
Dankzij onder meer twee doelpunten van midvoor Henk Könemann won het elftal van trainer Kees van Dijke met 3-1 van Heerenveen. SVV was kampioen van Nederland, met louter jongens uit de Schiedamse volkswijk De Gorzen. Als beloning voor deze unieke prestatie ontvingen alle spelers een nieuwe fiets. Dat komt nu lachwekkend over, maar destijds was het een geweldig cadeau.
De voetballers van SVV waren oprechte amateurs, jongens met een rood-groen-wit hart en klassieke beroepen als bankwerker, dakdekker, metaaldraaier, kraanmachinist, koperslager en automonteur. Alleen spil Jan van Schijndel liep altijd in een kostuum, doordat hij ambtenaar was bij de gemeente Schiedam.
Onder de naam SVVSMC speelt de voormalige kampioen van Nederland tegenwoordig als fusievereniging een marginale rol in het amateurvoetbal, naast het deftige Hermes DVS, óók een ex-profclub. Gedurende de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam SVV in de financiële problemen.
In 1988 werd de Rotterdamse autohandelaar John van Dijk voorzitter. Hij nam de schuld van driehonderdduizend gulden over en benoemde op advies van Johan Cruijff Feyenoord-icoon Wim Jansen als technisch directeur. Dick Advocaat werd trainer en leidde de club naar het kampioenschap in de Eerste Divisie, maar het publiek liet de club in de steek.
SVV probeerde in de Eredivisie te stunten door zijn thuiswedstrijden in De Kuip af te werken, maar ook dat werd geen succes. Er volgde nog een fusie met Dordrecht'90 tot SVV/Dordrecht'90, maar uiteindelijk gooiden Van Dijk en zijn Dordtse collega Kees den Braven de handdoek en keerde SVV terug naar de amateurs.
Voor mij bestaat er geen enkele aanleiding te pochen over mijn actieve jaren, maar ik heb wél twaalf seizoenen tegen SVV gespeeld. Voetballen op Sportpark Harga was een feest. De vertederende sfeer van een veredelde amateurclub, met een gezellig kantineleven, sprak me aan.
En SVV had altijd goed voetballende elftallen. De keepers Eddie van der Roer en Jan van der Velden, Leen Warnaar, Slobodan Dutina, de spitsen Wout van Meeteren en Aad Koudijzer, Rinus Steenbergen, John van der Spek en de van Feyenoord teruggekeerde rechtsback Piet Romeijn waren een garantie voor goed voetbal.
Het aardigste aan een uitwedstrijd tegen SVV vond ik altijd de ontmoeting met mijn jeugdhelden van de Esso-foto uit 1958 en de spelers die SVV de landstitel bezorgden. De legendarische trainer Rinus Gosens was in het roemruchte elftal een speler met een fluwelen techniek, zijn rechterhand Könemann speelde ruim vijfhonderd duels in dat team en was vervolgens veertien seizoenen lang een loyale assistent-trainer.
Oud-international Van Schijndel sloeg geen thuiswedstrijd van zijn club over. Ik kon uren luisteren naar de verhalen van die mannen. Van Schijndel was voor het grote publiek geen bekende Nederlander, maar hij speelde meer interlands dan bijvoorbeeld Dick Schoenaker, Peter Boeve, René van der Gijp, Hans Kraay senior, Tscheu La Ling en Gerrie Mühren. Van Schijndel kwam zeventien keer uit voor Oranje, in een tijd dat het Nederlands elftal slechts een paar wedstrijden per jaar afwerkte. In het begin van de vorige eeuw speelde SVV op een veld aan de Oosterhaven, later voetbalde het naast Scheepswerf Smulders, maar uiteindelijk belandde de club op Sportpark Sterrebos, aan de Wilhelminahaven in Schiedam-Zuid. Vanaf dat moment loopt de volkswijk De Gorzen als een rood-groen-witte draad door de clubgeschiedenis.
In 1949 werd SVV met sensationeel aanvallend voetbal landskampioen. Van dat elftal haalden rechtsback Frans Steenbergen, rechtsbuiten Jan Schrumpf, midvoor Henk Könemann en de offensieve spil Jan van Schijndel het Nederlands elftal. De latere trainer Gosens bleef steken in Nederland-B.
Na het behalen van de landstitel was het groot feest in De Gorzen. Van Schijndel was de vedette van het team. Hij speelde altijd met een zakdoek die over de rand van zijn voetbalbroek wapperde en werd destijds de speler met de uitschuifbare benen genoemd. Met zijn zeventien interlands is hij recordinternational van SVV.
Toch verliep zijn Oranje-carrière merkwaardig. De eerste vijftien caps verdiende hij tussen 1949 en 1954. Daarna was hij in 1955 als semi-prof nog twee keer aanvoerder van het Nederlands elftal en in 1959 kwam hij nog een keer voor het Nederlands Amateurelftal uit tegen Italië, dat met 1-0 won.
Van Schijndel zei ooit over die periode: 'SVV was een onvervalste volksclub. De supporters kwamen ons doordeweeks op straat tegen en tijdens de thuiswedstrijden stonden de buurtbewoners langs de lijn. Ik ben nooit benaderd door andere clubs, dat gebeurde in die tijd eigenlijk niet. Dat was ook geen probleem, want ik had mijn werk en het voetbal en dat kon ik heerlijk combineren.'
Oud-international Romeijn denkt met weemoed terug aan Van Schijndel. 'Ik heb veel te danken aan Jan', zegt Romeijn. 'Hij was als een tweede vader voor me. Ik was in het begin een nogal wilde voetballer. Jan kwam dan op het veld naar me toe om me in het gareel te houden. Daar heb ik veel steun aan gehad. Jan was een echte leider. Hij heeft zelfs nog op de nominatie gestaan om burgemeester van Schiedam te worden. Vroeger nam je als jonge speler nog iets aan van een routinier. Daar keek ik tegenop, ik respecteerde Jan. Toen ik net in het eerste elftal stond, gingen de oudere spelers na een uitwedstrijd in Amsterdam samen stappen. Ik wilde natuurlijk mee, maar ze zetten met keurig op de trein naar Schiedam.'
De lokale helden van SVV speelden hun thuiswedstrijden in een decor van huizenhoge kranen en kolossale vrachtschepen, langs de Schiedamse kade in het havengebied. De club van havenarbeiders voetbalde in het economische centrum van een bruisende stad. Het geluid van de scheepswerven Gusto en Wilton-Fijenoord bepaalde het ritme van de dag.
Toen de club in 1954 overstapte naar het betaalde voetbal, was SVV bepaald niet arm, want de penningmeester had een vermogen overgehouden aan de landstitel. Ook destijds was Van Schijndel de sterspeler die werd omringd door zijn makker Könemann en de steunpilaren Gerrit van Pelt, Jacques Heijster en Arend van Kampen.
Later maakte Van Schijndel als trouwe supporter ook de ondergang van zijn club van nabij mee. Als SVV/Dordrecht'90 ontsnapte zijn grote liefde in 1992 maar net aan degradatie naar de Eerste Divisie. In oktober van dat jaar stapte voorzitter Van Dijk uit de fusieclub, waardoor de naam SVV voorgoed uit het profvoetbal verdween. Als amateurvereniging fuseerde SVV in 1997 met SMC.
Hoewel Van Schijndel bij SVV spil speelde, werd hij in Oranje vaak als middenvelder ingezet om het vuile werk op te knappen voor Abe Lenstra, Faas Wilkes en Kees Rijvers. Hij was de ultieme balveroveraar op het middenveld.
Na zijn voetbalcarrière werd Van Schijndel een anonieme burger. Hij was jaren ambtenaar van de burgerlijke stand in Schiedam en eindigde als directeur van het woningbeheer in zijn woonplaats. In april 2004 gaf hij ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van SVVSMC zijn laatste interview.
Van Schijndel: 'We promoveerden van de Tweede Klasse naar de Eerste Klasse en een jaar later waren we kampioen van Nederland. Met allemaal Schiedamse jongens. We verdienden niets, maar daar maakte niemand een probleem van. Hoeveel voetballers kunnen zeggen dat ze kampioen van Nederland zijn geweest? Het heeft geen zin om de tijden van toen te vergelijken met die van nu. Ik heb een prachtige tijd gehad. Het was onvergetelijk. SVV was een deel van mijn leven, maar wel een heel groot en belangrijk deel. Ik had het voor geen goud willen missen. Mijn plakboeken raakte ik jaren geleden kwijt wegens een lekkage in de kelder. De mooie momenten zitten nog wel allemaal in mijn hoofd.'
Veel jeugdige voetballiefhebbers hebben Marco van Basten niet meer zien spelen. De meeste redacteuren van dit blad hebben Johan Cruijff nooit live aan het werk gezien. Mijn generatie heeft de roodharige Jan van Schijndel nog zien schitteren, maar het grote publiek was hem allang uit het oog verloren. Op 28 februari overleed de man met de uitschuifbare benen op 83-jarige leeftijd.
Johan Derksen