Nederlands elftal strandt in het zicht van de haven
Na 116 zenuwslopende minuten viel de droom van Nederland in duigen. Andrés Iniesta bracht Spanje na de Europese titel ook de wereldtitel. Arjen Robben liet in de reguliere speeltijd zijn kansen onbenut.
Met bondscoach Bert van Marwijk voorop bleef het Nederlands elftal hameren op wat het enige doel was in Zuid-Afrika: de wereldtitel. De missie strandde bij het laatste obstakel. Spanje zette Oranje in Johannesburg de voet dwars en mag zich na Europa's beste ook de beste van de wereld noemen. Zonder slag of stoot ging het niet.
Nederland kende een moeizame opening van de finale in het Soccer City Stadium. Doelman Maarten Stekelenburg voorkwam in de vijfde minuut met een knappe reactie op een kopbal van Sergio Ramos een vroege Spaanse voorsprong.
Na verloop van tijd kreeg het Nederlands elftal beter grip op het Spaanse spel. Dat de ploeg van Vincent Del Bosque vaker de lange bal hanteerde, was een teken dat het gevreesde korte spel met succes werd gefrustreerd.
Nederland kon zich op zijn beurt moeilijk ontworstelen aan de Spaanse cipiers. Arjen Robben was met dribbels het meest gevaarlijk. De aanvaller van Bayern München dwong in de blessuretijd van de eerste helft de Spaanse keeper Iker Casillas
tot een redding. Toch mocht Nederland niet klagen over het verloop van de eerste helft, en vooral dat het de rust zonder personele schade bereikte. Zowel Mark van Bommel als Nigel de Jong had geluk dat scheidsrechter Howard Webb een forse overtreding slechts bestrafte met een gele kaart.
Van Bommel ging halverwege de eerste helft in de fout tegen Andrès Iniesta, terwijl De Jong zijn voet op de borst van Xabi Alonso plantte.
Ook na rust hielden Spanje en Nederland elkaar in evenwicht, met een belangrijk verschil: beide landen kregen betere kansen. Robben had in de 62ste minuut de uitgelezen kans de ban te breken. Pique verkeek zich op de steekpass van Wesley Sneijder, waardoor de weg naar het Spaanse doel vrij was. Casillas maakte met zijn rechtervoet de inzet van de Bayern-aanvaller onschadelijk.
Spanje zette daar enorme kansen voor Joan Capdevila, David Villa en Sergio Ramos tegenover. Eerstgenoemde miste in kansrijke positie knullig, Stekelenburg en Heitinga weerhielden gezamenlijk Villa van het scoren. Ramos kopte geheel vrij uit een corner de bal over het Nederlandse doel. Robben kreeg zeven minuten voor tijd nog een kans zich onsterfelijk te maken. De aanvaller troefde Carles Puyol af op snelheid, maar werd te veel gehinderd om Nederland op voorsprong te kunnen schieten.
In de eerste verlenging kwam het meeste gevaar van Spanje, mede dankzij slimme steekpasses. Invaller Cesc Fabregas stuitte op Stekelenburg, waar een poging van Iniesta door toedoen van Mathijsen strandde. De Oranje-verdediger was op zijn beurt met een kopbal dicht bij een treffer.
Voor Nederland werd het overleven na de rode kaart voor Heitinga. De verdediger had in de 108ste minuut een overtreding nodig om Iniesta af te stoppen en kon na zijn tweede waarschuwing voortijdig de kleedkamer opzoeken.
De penaltyreeks leek het hoogst haalbare voor Oranje. Maar vier minuten voor tijd viel de droom definitief in duigen. Iniesta kreeg de ruimte, schoot de bal achter Stekelenburg en liet Oranje achter als verliezer.