Oranje Leeuwinnen zijn met zesklapper nog genadig voor België
Het Nederlands vrouwenelftal heeft op weg naar de Olympische Spelen vertrouwen getankt door overtuigend te winnen van België. Eigenlijk kwam het thuisland donderdagavond nog goed weg met slechts zes tegengoals.
België en Nederland stonden in Brussel tegenover elkaar en uit de opstelling van Sarina Wiegman sprak al ambitie. De bondscoach liet onder anderen sterspeelsters Vivianne Miedema en Lieke Martens starten en die twee kregen net als Jill Roord volop mogelijkheden om hun statistieken bij het nationale elftal nog wat meer glans te geven.
Na een schot van Martens tegen de lat opende Miedema na ruim een halfuur de score. De spits raakte even later nog zelf de lat. De Oranje Leeuwinnen waren duidelijk de bovenliggende partij en Roord liet na dat vroeg in de tweede helft verder in de score uit te drukken. De rechtsbuiten verprutste van dichtbij een enorme kans, maar revancheerde zich in de 52ste minuut wel enigszins door alsnog voor de 0-2 te zorgen.
De aansluitingstreffer van Marie Minnaert – een schot bij de tweede paal – was een tegenvaller voor de ploeg van Wiegman, die daarna snel de spanning wegnam. Via Stefanie van der Gragt (kopbal uit een corner) en Martens (laag en hard schot) liepen de Oranje Leeuwinnen uit naar 1-4. De mooiste goal moest toen nog komen. Daniëlle van de Donk scoorde met een hakballetje achter haar standbeen langs. Invalster Renate Jansen bepaalde de eindstand op 1-6.
Voor Oranje is dit een goed begin van de interlandperiode, het was de eerste interland sinds 1 december vorig jaar. Volgende week woensdag wacht een volgende oefenwedstrijd: tegen Duitsland, in Venlo.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login