Oranje-museum zonder volksidolen
data-height="138" data-width="120" data-align="clear" data-caption="" src="http://www.vi.nl/upload/e086fc66-e8af-408d-959e-998491e94f5b_image1739975896711926838.jpg" /> Mijn instinct laat me zelden in de steek. Als ik mensen instinctmatig niet vertrouw, wordt dat voorgevoel later altijd bevestigd. Zo had ik enige tijd terug tijdens een gesprek met bestuursleden van de Supporters Club Oranje na twee kopjes espresso al door dat ik op geen enkele wijze wilde samenwerken met Theo Pouw. Hij is de voorzitter van dat Oranje-clubje en in het dagelijks leven rayondirecteur van de ING Bank in Amsterdam-Noord. De populistische taal brallende Pouw had Oranje-geschiedschrijver Matty Verkamman, Jaap de Groot van De Telegraaf en mij uitgenodigd op het Amsterdamse Damrak, omdat hij daar in een leegstaand ING Bank-gebouw het Oranje Voetbal Museum wilde vestigen. Er moest een overzicht komen van historische wedstrijden, een portrettengallerij, een overzicht van de bondscoaches, vitrines met hoesjes van Oranje-grammafoonplaten, historische Oranje-shirts, Oranje van de Eeuw, een filmzaal, de Oranje-winkel, een vip-ruimte en een Hall of Fame. Verkamman bezit een indrukwekkende Oranje-collectie, terwijl De Groot en ik onze netwerken en foto-archieven moesten inbrengen.Pouw stond me meteen tegen, maar toen hij zijn wilde plannen op papier presenteerde, wist ik niet wat ik las. De Hall of Fame moest een eerbetoon worden aan Oranje-legendes met een uitzonderlijke verdienste voor het Nederlands elftal. De leden van de Supporters Club Oranje zouden deze legendes kiezen. Volgens Pouw moesten Faas Wilkes en Rinus Michels sowieso een plaats krijgen in de Hall of Fame. Marco van Basten was volgens Pouw een twijfelgeval. Hij vroeg zich af of Van Basten wel zoveel voor Oranje had betekend. Johan Cruijff kwam volgens Pouw niet in aanmerking voor de Hall of Fame. Ruud Gullit ook niet, want hij had, net als Cruijff, Oranje ooit in de steek gelaten. Willem van Hanegem was voor de voorzitter van de Supporters Club Oranje een vraagteken.Ik heb deze kip zonder kop een tijdje aangehoord en hem vervolgens veel succes gewenst met zijn Oranje Voetbal Museum. Vervolgens heb ik hem duidelijk gemaakt dat ik niets met het project te maken wilde hebben. Een man die een commercieel museum in het centrum van Amsterdam wil openen, maar geen ruimte wil inruimen voor de volksidolen Johan Cruijff, Willem van Hanegem, Marco van Basten en Ruud Gullit kan ik niet serieus nemen. Mijn collega's Verkamman en De Groot gingen wel met Theo Pouw in zee, maar hebben zich inmiddels ook van hem gedistantieerd. Dat ging niet geruisloos, want toen Pouw zijn financiële afspraken niet nakwam, plofte er een genadeloze brief van de woedende Verkamman op zijn deurmat.'Beste Theo, ik moet je zeggen dat ik door mensen in jouw omgeving al eerder voor je was gewaarschuwd. Maar omdat ik liever zelf altijd op mijn waarnemingen af ga, ben ik toch met jou en met drs. Rob Polderman, accountant bij Ernst & Young, in gesprek geraakt. Ik heb er spijt van als haren op mijn hoofd! Wat een onvoorstelbare brutaliteit meen je telkens weer aan de dag te kunnen leggen. Nu heb ik van nature al niet veel op met mensen met een te grote bek, maar wat jij flikt, slaat echt alles. Laat ik je duidelijk maken, dat ik blij ben niets meer met jou en jouw museum van doen te hebben. Als je niet aan je financiële verplichtingen voldoet, zal ik ING topman Kist inlichten, waar je altijd zo interessant over deed, maar die bij navraag lange tijd in het geheel niets van je plannen bleek te weten. Het land zal opkijken, een museum over het Nederlands elftal zonder Johan Cruijff, Willem van Hanegem, Marco van Basten en Ruud Gullit.'Intussen heeft Matty Verkamman in de Archiefwinkel van de gemeente Rotterdam aan de Coolsingel de tentoonstelling Oranje Toen en Nu ingericht. Deze tentoonstelling is tot 10 april 2002 te zien. Verder werkt hij met Algemeen Dagblad-columnist Hugo Borst aan de realisatie van een structureel Voetbal Museum in Rotterdam. De gemeente Rotterdam is ook bezig met een haalbaarheidsonderzoek van de plannen die schaatser Bart Veldkamp en zwemmer Pieter van den Hoogenband hebben ontwikkeld. De bedoeling is binnen enkele jaren een topsport accommodatie in de buurt van Ahoy? te realiseren. Dit alles past in het streven van Rotterdam uit te groeien tot de Topsportstad van Nederland. Op aandringen van de twee journalisten probeert wethouder Nico Janssens het Nationaal Sportmuseum Olympion vanuit Lelystad naar Rotterdam te krijgen. Zolang het topsportcentrum Optrion niet is gerealiseerd, zal voor het sportmuseum een tijdelijk onderkomen worden gezocht. Verkamman en Borst willen het sportmuseum uitbouwen tot een mega-gebouw, een toeristische attractie met een Sport- en Voetbal Hall of Fame, speciale zalen voor de geschiedenis van Oranje, het nationale clubvoetbal en de topclubs Ajax, Feyenoord en PSV. Verder zou er een mediacentrum met een televisie studio, een sportbeeld-archief, een sportbibliotheek en een speciale afdeling voor de jeugd moeten komen.In Lelystad komen nu amper tienduizend mensen per jaar naar het Olympion. In Rotterdam is het de bedoeling dat er een veel groter gebouw komt. Volgende maand gaat een delegatie van de gemeente Rotterdam zich oriënteren in Keulen, waar het grootste sportmuseum van Duitsland wordt geëxploiteerd. De plannen van Verkamman en Borst staan haaks op het advies van het bureau Boer & Croon. Dat adviseerde het sportmuseum van Lelystad naar het Olympisch Stadion in Amsterdam te verplaatsen. Voorlopig heeft Rotterdam een straatlengte voorsprong. En zolang Theo Pouw zich er niet raaskallend mee bemoeit, kunnen we prachtige tentoonstellingen tegemoet zien. Verkamman en Borst zijn nu al met de voorbereidingen bezig van een expositie over de Europa Cup-avonturen van Feyenoord in de jaren zestig.Johan Derksen