'Orlando Engelaar zal zich nog vaak verbazen'
Zes jaar geleden reisde ik mee met de Suriprofs naar het land waar hun wortels liggen. Het was een onvergetelijke trip. Vanwege de pracht van Suriname, de indrukwekkende herdenking van de slachtoffers van de SLM-ramp in 1989, de bezoeken aan de goede doelen waarvoor de voetballers geld hadden ingezameld, het emotionele weerzien van de spelers met familie en vrienden; te veel om op te noemen eigenlijk.
En hoe serieus de insteek van de reis ook was, de Surinaams/Nederlandse spelers hadden ook lol, ontzettend veel lol. In dat bonte gezelschap viel één jongen op, niet alleen vanwege zijn lengte. Hij genoot net zoveel als alle andere voetballers van de trip, maar deed dat meer ingetogen dan de rest. Zelfs in de dampende discotheken van Paramaribo bleef hij op de achtergrond, vaak vergezeld door de onbekendste Suriprof van de groep, amateur-doelman Ruben Muskiet. Het was geen verlegenheid, geen pose ook, hij bleek gewoon zichzelf te zijn. Een evenwichtige en rustige jongeman van 22 jaar.
'Wat voor achtergrond heeft die lange precies', vroeg Clarence Seedorf die week, nadat hij de persoon in kwestie een paar minuten in de lobby van het spelershotel had gadegeslagen. Ik vertelde hem dat die lange Orlando Engelaar heette, bij Feyenoord was opgeleid, sinds twee jaar bij NAC Breda speelde en zeer vastberaden was de top te bereiken. 'Die gaat het redden', reageerde Seedorf. Op mijn wedervraag waarop hij dat baseerde terwijl hij hem nog nooit had zien voetballen, antwoordde Clarence Seedorf: 'Kijk maar eens goed in zijn ogen. Het is een winnaar.'
Vijf jaar nadien zat ik met Orlando Engelaar op het terras van het poepsjieke hotel Oriental in Bangkok. Zijn winnaarsmentaliteit had hem via NAC, RC Genk en FC Twente gebracht waar hij al die jaren heen wilde: naar het Nederlands elftal. Oranje sloot het seizoen 2006/07 af met een tour naar Zuid-Korea en Thailand en bondscoach Marco van Basten had de middenvelder voor de eerste keer in zijn selectie opgenomen. Engelaar genoot van alles wat hij in Azië met de nationale ploeg meemaakte, behalve van de luxe die hem constant omringde. Het Oriental staat bekend als een van de betere hotels ter wereld, op de gastenlijst staan de namen Mick Jagger, David Bowie, Jack Nicholson en Tom Cruise. En sinds vorig jaar ook Orlando Engelaar. 'Als je hier op het terras naar voren buigt om je flesje water te pakken, komen er meteen drie obers aangerend om je glas in te schenken', vertelde de Rotterdammer. 'Daar voel ik me ongemakkelijk bij. Omdat ze na hun werk in al deze luxe waarschijnlijk weer terug moeten naar het harde leven buiten het hotel. De contrasten zijn me te groot.'
Het gebeurt niet vaak dat een profvoetballer op een dergelijke manier naar het leven om hem heen kijkt. Engelaar zal zich nog vaak verbazen, de komende jaren. Want sinds zijn debuut in het Nederlands elftal, vorig jaar in Seoul, gaat het snel met de allround middenvelder. Na zijn tweede sterke seizoen bij FC Twente staan nu Schalke 04, Ajax en PSV smachtend voor zijn deur. En met zijn eerste basisoptreden in Oranje, onlangs tegen Oekraïne, verzekerde hij zich van een plaats in de EK-selectie. Engelaar speelde in De Kuip alsof hij aan zijn vierde eindtoernooi gaat beginnen: zelfbewust, onverstoorbaar, met oog voor de bal en de ruimte om hem heen. Het leverde hem complimenten van zijn medespelers en de bondscoach op. Hij zal de komende weken in stilte genieten van zijn eerste grote toernooi. Zeker als hij straks, op het terras van het Zwitserse luxehotel Beau-Rivage Palace, zelf zijn glas mag inschenken.
Simon Zwartkruis