Renaissance duurt voort: verjongd Italië speelt records aan flarden

Voorafgaand aan het treffen ging het in de Italiaanse media veel over de ploeg van Mancini, die zich tijdens de voorbije interlandperiode reeds plaatste voor het EK van volgend jaar. Reden voor de pers om eens in de geschiedenisboeken te duiken en een blik te werpen op de records die de Azzurri in het verleden had neergezet, want onder leiding van Mancini won de ploeg alle kwalificatiewedstrijden die het speelde. Bij een overwinning op Bosnië was het de tiende zege op rij werd een stokoud record uit 1939 overtroffen. Dat was niet alles, want Italië zou Italië niet zijn als de defensie niet een van de pijlers onder het huidige succes zou zijn. In de voorbije elf wedstrijden hield het liefst acht keer de nul.

Voor tegenstander Bosnië stond er een stuk minder op het spel en dat was te zien. Kans op rechtstreekse kwalificatie voor het EK maakte de ploeg in Groep J niet meer, maar door de goede resultaten in de Nations League is er een ontsnappingsroute uitgestippeld. Voor de blikvangers van het Oost-Europese land - Miralem Pjanic en Edin Dzeko - stond er nog wel een stukje prestige op het spel, want zij verdienen hun brood in Italië; bij respectievelijk Juventus en AS Roma. Daar was tijdens de eerste helft weinig van te zien, want het apathisch verdedigende Bosnië stond zomaar toe dat de 31-jarige verdediger Francesco Acerbi mocht tekenen voor zijn eerste interlandtreffer. Een paar minuten later was het wederom raak, toen Lorenzo Insigne geen strobreed in de weg werd gelegd en de 2-0 op zijn naam zette met een slap rollertje.

De eindstand werd na rust op het scorebord gezet door spits Andrea Belotti, die alweer tekende voor zijn vierde treffer deze EK-kwalificatiereeks. Dankzij een historische tiende overwinning op rij vestigt Italië niet alleen nieuw record (het oude stond op naam van de legendarische bondscoach Vittorio Pozzo), maar is het ook samen met België de enige ploeg die al zijn wedstrijden won deze EK-kwalificatiereeks. De toch wat plotselinge zegereeks die Italië heeft ingezet onder leiding van Mancini zal de bondscoach zelf wellicht ook wat verrassen. Onder diens leiding waait er een nieuwe wind bij het land dat nog ontbrak tijdens het WK 2018.

Zo werd de plaats van de als international gestopte Gianluigi Buffon ingenomen door de twintigjarige Gianluigi Donnarumma. Het basiselftal tegen Bosnië kende slechts twee dertigers: Leonardo Bonucci (32) en Acerbi (31). De rest van de ploeg bestond uit spelers van begin en midden twintig. Zo werd het middenveld gevormd door Jorginho (27), Nicolò Barella (23) en de piepjonge Sandro Tonali (19), die volgens velen weleens in de voetsporen zou kunnen treden van legende Andrea Pirlo.

Het maakt dat het optimisme bij de wereldkampioen van 2006 na een aantal magere jaren weer gegroeid is. Niet voor niets stelde Mancini na de vorige interlandperiode dat zijn ploeg weleens kan gaan verrassen op het aanstaande EK. Na de soevereine overwinning op Bosnië zal zijn blik op het voorjaar gericht zijn. Dan krijgt de bondscoach van La Squadra Azzurra de kans om het elftal verder naar zijn hand te zetten en naar eigen smaak in te richten in een serie oefenduels.

• Meer over

• Italië
• Bosnië-Herzegovina
• EK-kwalificatie 2020
• Bosnië-Herzegovina - Italië (0-3)