Scorend onvermogen kan Spanje gaan opbreken
Spanje begon het EK met een 1-0 overwinning op Tsjechië. VI-analyticus Freek Jansen geeft zijn visie.
Groep D, eerste ronde
13 juni 2016
Toulouse, Stade Municipal
Álvaro Morata kwam jarenlang uit voor de nationale jeugdteams van Spanje, maar moest de afgelopen jaren wachten op zijn kans. De 23-jarige spits van Juventus legde het lange tijd af tegen Fernando Torres en later Diego Costa. Tot enkele maanden geleden. Zijn goede spel, in de rol van afmaker én aangever, bij de Italiaanse kampioen bleef niet onopgemerkt in Spanje, met een vaste plek als international tot gevolg.
Vanmiddag was hij de eerste spits van Spanje in het openingsduel met Tsjechië (1-0 winst). In vergelijking met de openingswedstrijd van het dramatisch verlopen WK van twee jaar geleden waren Morata en Nolito de enige nieuwe veldspelers. De linkerspits van Celta de Vigo en de centrumaanvaller moesten zich echter direct laten gelden. Op jacht naar eerherstel jaagt Spanje op rendement in aanvallend opzicht. Beide spelers konden het euvel allerminst wegnemen.
Ook tegen Tsjechië kwam de identiteit van La Roja aan het licht. Spanje dicteerde, speelde een grote rondo, met elf tegenstanders die het liefst tegen het eigen strafschopgebied stonden. Het vele balbezit kon echter maar sporadisch worden omgezet in grote kansen. Hoezeer Morata ook loerde op de kleine ruimte tussen beide centrale verdedigers in, hij moest vooral geduld hebben en als kaatsende spits zijn arbeid verrichten. Na een uur werd hij afgelost door Aritz Aduriz. De 35-jarige spits van Athletic de Bilbao speelde net als Morata op het randje van buitenspel, maar kon ook niet de ban breken. Uiteindelijk was het in de slotfase verdediger Gerard Piqué die Spanje alsnog naar de bevrijdende zege kopte.
Het is niet verwonderlijk dat de achilleshiel voorin ligt. De Spaanse clubs dicteren al jaren de Europese toernooien, maar bij zowel Real Madrid, Barcelona als Atlético Madrid wordt de aanval gevormd door buitenlandse spelers. De zoektocht naar een ideale spits, en daarmee gepaard gaande de oplossing voor het gebrek aan scorend vermogen, kan de ploeg gaan opbreken. In balbezit neemt het middenveld met Andrés Iniesta, Sergio Busquets en de vanaf rechts voorin in een vrije rol spelende David Silva de ploeg bij de hand. In de kleine ruimte wordt de tegenstander ver teruggedrongen. Het levert het geliefde Spaanse spel op, waarin de bal van voet tot voet gaat. Toch vindt de maximale waardering hiervoor pas plaats, als het rendement na negentig minuten in de score is uitgedrukt. Dat was tegen Tsjechië het geval. Niet dankzij een spits, maar een centrale verdediger.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login