Sevilla doet succesjaren van Kanouté en Fabiano herleven
Juist in het seizoen dat Sevilla voor negentig miljoen euro aan spelers verkocht kan de op een na oudste club van Spanje en de grootste club van Andalusië voor de derde keer in acht jaar tijd de UEFA Cup in de prijzenkast bijzetten. Dat het daar na het vertrek van sterkhouders als Álvaro Negredo en Jesús Navas toe in staat is, mag op zijn minst een klein wonder heten.
De manier waarop Sevilla zich donderdagavond voor de finale van de Europa League plaatste was al even miraculeus. De Valencia-supporters vierden na de 3-0 van de Franse verdediger Jérémy Mathieu al meer dan twintig minuten feest, toen Stéphane M'Bia bij een inworp ontsnapte aan de aandacht van diezelfde Mathieu en in de vierde minuut van de extra tijd Sevilla met een rake kopbal alsnog voor uitschakeling behoedde.
De gedachten van trainer Unai Emery gingen na afloop meteen terug naar zeven jaar geleden, toen doelman Andrés Palop op 15 maart 2007 met een vergelijkbare ultralate treffer voorkwam dat Shakhtar Donetsk in de achtste finale van het UEFA Cuptoernooi van de toenmalige titelverdediger zou winnen. Palop had daarna met drie gestopte penalty's ook in de eindstrijd tegen Espanyol een hoofdrol, waardoor Sevilla een vervolg gaf aan de 4-0 overwinning op Middlesbrough van een jaar eerder in het Philips Stadion.
En daar houdt de vergelijking met de succesploeg van toen nog niet op. Waar Sevilla vóór dit seizoen met Álvaro Negredo, Jesús Navas (beiden Manchester City), Geoffrey Kondogbia (AS Monaco), Luis Alberto (Liverpool) en Gary Medel (Cardiff City) zijn beste spelers voor een gezamenlijk bedrag van bijna negentig miljoen euro de deur uitdeed, vertrokken in de zomer van 2005 Sergio Ramos en Júlio Baptista voor 45 miljoen euro naar Real Madrid.
Door dat geld destijds te besteden aan de komst van de topspitsen Luís Fabiano en Frédéric Kanouté deed Sevilla destijds een meesterzet, afgelopen zomer was de club genoodzaakt vrijwel een heel elftal nieuwe spelers aan te trekken. Hoewel de club uit de hoofdstad van Andalusië maar 35 van de in totaal negentig miljoen ontvangen euro's besteedde, resulteerde dat onder leiding van Emery na een stroeve seizoenstart in een onverwachte revival.
De afgelopen seizoenen viel er ondanks de aanwezigheid van Negredo en Navas nog weinig te genieten in het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán. Sevilla ontbrak de afgelopen twee jaar op het Europese podium, terwijl het in de Primera División twee keer op een teleurstellende negende plaats eindigde. Het leek het einde te betekenen van de door Palop, Kanouté en Fabiano ingezette hoogtijdagen, zeker nu door de financiële problemen alle sterkhouders vertrokken.
Gedurende de huidige jaargang bleek echter dat er geen reden was tot wanhoop. Met Ivan Rakitic bleef een van de beste spelers voor de club behouden. De Kroatische spelmaker is in de rug van de nieuwe spitsen Carlos Bacca en Kevin Gameiro een grote openbaring. Zelf heeft hij zich met vijftien goals en evenzoveel assists in de kijker van talloze Europese topclubs gespeeld, terwijl Bacca en Gameiro in de geest van Luís Fabiano en Kanouté aan de lopende band scoren; zowel de Colombiaan als de Fransman heeft al 21 officiële treffers achter zijn naam staan.
Gezien het verleden van beide spitsen – Bacca was afgelopen seizoen namens Club Brugge topscorer van de Belgische Eerste Klasse, Gameiro scoorde in 2010/11 22 keer voor Lorient alvorens hij bij Paris Saint-Germain in de schaduw van Zlatan Ibrahimovic moest staan – mag dat eigenlijk geen verrassing heten. Maar dat het spitsenduo met het bereiken van de EL-finale wel héél nadrukkelijk in de voetsporen van Kanouté en Luís Fabiano zou treden had vrijwel niemand begin dit seizoen voor mogelijk gehouden. (Tim Vos)
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login