'Sterspeler Duncan Edwards werd een legende'
Vorige week was het vijftig jaar geleden dat British European Airways Flight 609 tijdens een derde poging op te stijgen crashte op het vliegveld Riem in München. Het zou de beroemdste vliegramp uit de voetbalhistorie worden.
Aan boord zaten de Busby Babes Manchester United onder leiding van de legendarische manager Matt Busby met de Engelse pers en wat gefortuneerde supporters. Van de 44 inzittenden kwamen er 23 om het leven in de barre sneeuwstorm, onder wie de spelers Geoff Bent, Roger Byrne, Eddie Colman, Duncan Edwards, Mark Jones, David Pegg, Tommy Taylor en Liam Whelan. Johnny Berry, Jackie Blanchflower, Dennis Viollet en Ray Wood overleefden de catastrofe, maar zijn inmiddels overleden. Bobby Charlton, Bill Foulkes, Harry Gregg, Kenny Morgans en Albert Scanlon zijn nog steeds in leven. Er overleden ook nog drie stafleden van Manchester United, terwijl onder de journalisten Frank Swift de vliegramp niet overleefde. Hij was de beroemde ex-keeper van Manchester City en het nationale elftal.
Het elftal kwam terug uit Belgrado, waar het Rode Ster op een 3-3 gelijkspel had gehouden en daardoor de halve finale om de Europa Cup I had bereikt. Op het vliegveld van Belgrado was er een uur vertraging, doordat Johnny Berry zijn paspoort kwijt was. Tijdens de tussenlanding in München woedde er al een sneeuwstorm. Desondanks wilde gezagvoerder James Thain zijn reis naar Engeland voortzetten. Twee pogingen om op te stijgen mislukten vanwege technische problemen. De derde poging werd fataal. Het vliegtuig kwam niet goed van de grond en knalde tegen een gebouw in de directe omgeving van het vliegveld. James Thain kreeg in eerste instantie de schuld van het tragische ongeluk en werd ontslagen door British Airways. Hij werd boer in Berkshire. Thain bleef procederen en werd in 1968 alsnog vrijgesproken. In 1975 overleed hij aan een hartinfarct, hij werd 53 jaar. De vliegramp uit 1958 staat niet op zichzelf. Op 4 mei 1949 kwam het complete elftal van Torino om het leven toen het toestel van Air Italia tijdens een zware storm tegen de berg Superga, even buiten Turijn, vloog. Il Grande Torino had in Lissabon de afscheidswedstrijd van José Ferreira tegen Benfica gespeeld en was bijna thuis toen het noodlot toesloeg. Alle 31 inzittenden, onder wie achttien spelers, kwamen om het leven. Heel Italië was in diepe rouw. Torino had het laatste kampioenschap gewonnen, voordat de competitie vanwege de Tweede Wereldoorlog werd stilgelegd. Na de oorlog won het elftal vier titels op rij en toen de vliegramp zich voltrok, stond Torino opnieuw bovenaan. De laatste vier wedstrijden van de competitie speelde Torino met het tweede elftal. Uit piëteit met de slachtoffers stelden de resterende tegenstanders Genoa, Palermo, Sampdoria en Fiorentina ook het tweede team op. Torino won die vier wedstrijden en werd opnieuw kampioen van Italië. Twee spelers bleven in leven. Sauro Tomá zat geblesseerd in Turijn en de Hongaarse sterspeler Ladislao Kubala bleef na de wedstrijd in Lissabon achter, waar hij verenigd werd met zijn vrouw en zoon. De zoon van de omgekomen aanvoerder Valentino Mazzola, Sandro, werd later een beroemd voetballer bij Inter Milan en het nationale elftal.
Op 7 juni 1989 werd het Nederlandse voetbal getroffen door een vliegramp. Een toestel van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij, met het Kleurrijk Elftal aan boord, stortte neer tijdens een mislukte poging bij dichte mist te landen op Johan Adolf Pengel International Airport in Paramaribo. Er vielen 176 slachtoffers, onder wie de spelers Ruud Degenaar, Lloyd Doesburg, Steve van Dorpel, Wendel Fräser, Frits Goodings, Jerry Haatrecht, Virgall Joemankhan, Andro Knel, Ruben Kogeldans, Ortwin Linger, Fred Patrick, Andy Scharmin, Elfried Veldman, Florian Vijent en coach Nick Stienstra. Ook de moeder en zuster van Romeo Castelen kwamen om. Sigi Lens, Edu Nandlal en Radjin de Haan waren de enige overlevenden. Hennie Meijer en Stanley Menzo waren al eerder naar Suriname vertrokken en Winston Haatrecht had nog competitieverplichtingen. Ruud Gullit, Frank Rijkaard, Bryan Roy, Aron Winter, Marcel Liesdek en Henk Fräser kregen van hun clubs geen toestemming in Suriname voor het Kleurrijk Elftal uit te komen. In verband met de dichte mist besloot gezagvoerder Will Rogers via het Instrument Landing System te landen, hoewel dat niet betrouwbaar was en hij had ook geen toestemming voor zo'n landing. Bij de vierde poging raakte het toestel twee bomen en stortte neer. Na onderzoek bleek dat een lid van de bemanning had gelogen over zijn leeftijd en de gezagvoerder was geschorst, wegens het landen op een verkeerde baan. Er waren tien overlevenden.
De laatste vliegramp met een voetbalteam voltrok zich op 27 april 1993. Het militaire vliegtuig dat het nationale elftal van Zambia naar Senegal vervoerde voor een WK-kwalificatiewedstrijd stortte na een tussenlanding in Gabon even na het verlaten van het vliegveld neer in een meer bij Libreville. Alle dertig passagiers en de bemanning kwamen om het leven. De gezagvoerder was moe, omdat hij die dag al van Mauritius naar Zambia was gevlogen. Nadat een motor van de Air Force Buffalo in brand was gevlogen, schakelde hij de verkeerde motor uit. Het kostte achttien spelers van Zambia en de technische staf het leven. Alleen aanvoerder Kalusha Bwalya overleefde, omdat hij nog een wedstrijd met PSV moest spelen en vanuit Nederland naar Senegal zou vliegen.
In Manchester werd vorige week herdacht dat vijftig jaar geleden acht spelers om het leven kwamen. Maar wat is er van de overlevenden geworden? Dennis Viollet haalde zijn oude niveau nooit meer. Hij speelde nog tot 1962 bij Manchester United en vervolgens voor Stoke City. Op 7 maart 1999 overleed hij aan een hersentumor in Forida, waar hij intussen was gaan wonen. John Berry heeft nooit meer gevoetbald. Nadat hij uit een coma was gekomen, wist hij zich niets meer te herinneren. Hij overleed op 23 september 1994. Ook Jackie Blanchflower kwam niet meer aan voetballen toe. Hij had zijn heupen gebroken en verbrijzelde nieren. Hij stierf op 2 september 1998. Bill Foulkes kwam bijna ongeschonden uit de wrakstukken en was jaren aanvoerder van Manchester United.
Keeper Harry Gregg was de held van München. Hij haalde met gevaar voor eigen leven Bobby Charlton, Jackie Blanchflower en Dennis Viollet uit de brandende wrakstukken. Later redde Gregg ook manager Matt Busby en een moeder met kind. In 1967 werd hij verkocht aan Stoke City. Ken Morgans speelde nog even voor Manchester United en zakte vervolgens af naar clubs in de lagere divisies. Hij trok zich terug in de anonimiteit. Albert Scanlon liep een gebroken schedel op, maar keerde terug in het elftal. In 1961 werd hij verkocht aan Newcastle United. Keeper Ray Wood speelde na de vliegramp nog één wedstrijd voor Manchester United. Vervolgens vertrok hij naar Huddersfield Town. Op 7 juli 2002 overleed hij in Bexhill-on-Sea. Bobby Charlton mocht acht dagen na de vliegramp het ziekenhuis verlaten en werd het boegbeeld van Manchester United. Sinds 1984 is hij toegevoegd aan het bestuur van de club.
Sterspeler Duncan Edwards werd een legende. Op 21 februari 1958 overleed hij alsnog aan zijn verwondingen. De middenvelder geldt sindsdien als de beste speler die ooit voor Manchester United uitkwam. Hij werd slechts 21 jaar, maar heeft achttien interlands op zijn naam. Edwards speelde 175 wedstrijden voor Manchester United, waarin hij 21 keer scoorde. Zijn graf in zijn geboorteplaats Dudley is nog steeds een bedevaartsoord. In het centrum van de stad staat een standbeeld van The town's favourite son.