Tien vragen aan: Daniël de Ridder
Nog nooit kwam Daniël de Ridder (21) uit op een groot toernooi. Daarom wil de aanvaller van Celta de Vigo zich met Jong Oranje plaatsen voor de play-offs waarin de ploeg van bondscoach Foppe de Haan een EK-ticket kan afdwingen.
Hoe belangrijk is komende vrijdag de wedstrijd van Jong Oranje tegen Tsjechië voor jou?
‘Ik heb nog nooit een groot toernooi gespeeld en dat wil ik graag een keer meemaken. Vroeger vond ik dat ik mijn schoolopleiding niet kon combineren met het spelen voor een vertegenwoordigend elftal. Daarom debuteerde ik pas in het Nederlands elftal Onder-18 en maak ik nu deel uit van de selectie van Jong Oranje. We moeten nog drie punten halen uit de interlands tegen Tsjechië en Armenië, dan plaatsen we ons voor de play-offs waarin we een ticket kunnen verdienen voor het EK, komende zomer. Dat de nummer één uit de poule ook een barrage moet spelen is raar, maar zo zijn de regels nu eenmaal.’
Het heeft er lang naar uit gezien dat Jong Oranje de play-offs niet eens zou halen.
‘We begonnen de kwalificatie met een gelijkspel tegen Tsjechië, maar daarna boekten we een aantal overwinningen op rij, totdat we in één week verloren bij Roemenië en thuis gelijkspeelden tegen Armenië. Dat was een mindere fase. Daarna hebben we ons herpakt en een aantal goede resultaten behaald. Er staat een jonge, talentvolle selectie, want de bondscoach heeft er spelers bij gehaald die afgelopen zomer nog actief waren op het WK voor voetballers onder twintig jaar. Dat komt het niveau ten goede. Ik heb goede hoop op een mooi resultaat in Tsjechië.’
Je hebt Ajax verruilt voor Celta de Vigo, hoe groot is de verandering?
‘Op voetbalgebied toch wel vrij groot. Ik heb bij Ajax tien jaar rechtsbuiten gespeeld en dan had je maar één opdracht: je directe tegenstander passeren en de achterlijn halen voor een goede voorzet. In Spanje wordt anders gespeeld, veel meer verdedigend, meer fysiek ook. Ik denk dat dát goed is voor mijn ontwikkeling. Celta is voor mijn carrière de juiste stap. Ik leer andere dingen, word een completere speler. Bij Celta de Vigo ben ik niet alleen verantwoordelijk voor een linksback, maar voor het hele middenveld. Het resultaat is het enige dat telt, daarvoor moet alles wijken. In Spanje redeneren ze als volgt: Als je geen doelpunten tegen krijgt, kun je ook niet verliezen. Dat is ook het uitgangspunt van Celta de Vigo. De club is sinds dit seizoen weer terug in de Primera Division en wil nooit meer degraderen. Daarom is handhaving de doelstelling.’
Bij jouw presentatie zei trainer Fernando Vazquez dat hij je niet kende, maar je ongetwijfeld een goede voetballer zou zijn. Dat is lekker, als de hoofdcoach niet weet wie je bent.
‘Dat klopt niet helemaal. De trainer heeft gezegd dat hij mij alleen kende van een videoband. Hij is bezig met het eerste elftal en stelt terecht dat een degradatie naar de Segunda Division nooit meer mag gebeuren. Hij heeft een technisch directeur die met de mogelijkheden die Celta heeft de beste spelers naar de club moet halen. Daar vertrouwt hij op. Ik weet dat de trainer zeer content is met mijn ontwikkeling.’
Je hebt je debuut inmiddels gemaakt.
‘Ja, uit bij Sevilla bij een 2-1 voorsprong. Dat zegt ook wel iets. We moesten de overwinning over de streep zien te trekken en stonden enorm onder druk en toch gaf de trainer mij zijn vertrouwen. Dat voelde goed. In die wedstrijd zag ik ook weer waarom ik in Spanje ben gaan spelen. Bij Sevilla stond Saviola in de basis en viel Kanouté in. Ik speel hier tegen grote voetballers. Bij Real Madrid wonnen we met 2-3, ik heb Riquelme zien spelen bij Villarreal. Dat zijn toch mooi dingen.’
Ben je daarom naar Spanje gegaan?
‘Ook, maar de belangrijkste reden is dat ik het wel een beetje had gehad in Nederland. Bij Ajax kon ik het niveau gewoon aan, dus als ik naar een andere club buiten de Top Drie was gegaan zou dat geen logische stap zijn geweest. Ik had wel kunnen blijven als de trainer had gezegd dat hij in mij een speler zag voor de toekomst, voor volgend seizoen bijvoorbeeld en dat was ook niet het geval. Daarom wilde ik het avontuur wel aangaan. Ander land, vreemde cultuur, nieuwe uitdaging. Daar was ik aan toe.’
Waarom Celta de Vigo?
‘Waarom niet? Celta heeft twee jaar geleden heel veel indruk op me gemaakt toen het Ajax uitschakelde in de Champions League. Ik vond het een goede ploeg en stond er echt van te kijken dat ze juist in dat jaar degradeerden. Ik heb me natuurlijk wel uitgebreid laten informeren over Celta, de stad en de omgeving. Ik woon hier prachtig. Galicië is heel groen en heeft een prettig klimaat, niet te warm en eens in de twee weken regent het ook behoorlijk. Celta is een volksclub, anders dan Deportivo La Coruña. Dat is dé derby hier, te vergelijken met Ajax-Feyenoord.’
Het zal misschien nog wel moeilijker worden dan bij Ajax juist bij Celta de Vigo een basisplaats te veroveren.
‘Het is een uitdaging en ik voel dat ik hier als voetballer beter word. Ik train heel veel fysiek, werk vooral aan mijn duelkracht. Voetbal bestaat voor vijftig procent uit techniek en voor de helft uit fysiek. Dat merk je hier wel. Het valt me op dat die elftallen zo goed in elkaar zitten, alles klopt. Wij hebben achterin met Sergio en Contreras twee centrale verdedigers die alleen maar hun tegenstanders moeten uitschakelen. Ángel en Placente zijn als backs hele goede voetballers en op het middenveld controleren de technisch begaafden Iriney en Oubinha. De creatieve spelers voorin hebben dan weer alle vrijheid.’
Je hebt mazzel dat je nog bij Celta bent terechtgekomen.
‘Het is het bekende verhaal. Ajax wilde me eerst niet verkopen en later – vlak voor het verstrijken van de transferdeadline – weer wel. Ik weet niet of het mazzel is, je kunt het ook pech noemen. Anders had ik misschien wel eerder bij Celta getekend.’
Mis je Ajax?
‘De rood-witte kleuren en het embleem zitten voor altijd in mijn hart verankerd, daarmee ben ik opgegroeid, maar voor de rest heb ik de periode-Ajax afgesloten. Dat gaat me makkelijk af. Het feit dat de club en ik zakelijk een probleem hadden is jammer, maar hoort bij de voetballerij. Ik kijk niet om, ik ben iemand die graag leeft in het heden.’