Uitspraak rechter: opgelucht FC Den Bosch moet Jordania een kwart miljoen betalen
Er lijkt een einde te komen aan de slepende rechtszaak tussen FC Den Bosch en beoogd eigenaar Kakhi Jordania. De rechtbank Oost-Brabant oordeelde dat de Bossche club 240 duizend euro moet betalen aan de Georgiër. Toch is FC Den Bosch opgelucht; naar alle waarschijnlijkheid moet Jordania de club een veel hoger bedrag betalen.
In juli 2018 leek Jordania, de zoon van voormalig Vitesse-baas Merab Jordania, een meerderheidsaandeel in de Bossche club te nemen. De Georgiër investeerde enkele miljoenen in de Bossche selectie, maar kwam van een koude kermis thuis toen de licentiecommissie van de KNVB de overname afwees. Jordania wilde vervolgens al zijn investeringen terugvorderen, daarmee ging de eerstedivisionist op basis van gemaakte afspraken niet akkoord. Na diverse pogingen om het onderling op te lossen, besloot Jordania de club te dagvaarden.
De Georgiër was van mening dat FC Den Bosch twee miljoen terug moest betalen. Op haar beurt meende FC Den Bosch nog een vordering te hebben van vierhonderdduizend euro op de beoogd eigenaar. Na maanden van juridisch getouwtrek kwam de rechtbank nu met een oordeel: FC Den Bosch moet Jordania 240 duizend euro terugbetalen.
Dat lijkt een flinke som geld, maar tegelijkertijd is de rechter ook van mening dat de vordering van de Bosschenaren gegrond is. De hoogte van deze claim moet in een zogenaamde schadestaatsprocedure exact worden vastgesteld. De verwachting in Den Bosch is dat dit bedrag de 240 duizend euro ruimschoots zal overstijgen. Met andere woorden, FC Den Bosch lijkt onderaan de streep nog geld te krijgen van Jordania.
Mr. Rob Kleijzen, portefeuillehouder juridische- en supporterszaken namens de Raad van Commissarissen van FC Den Bosch reageert in een persbericht opgelucht. 'Voor iedereen met een blauwwit hart is het een onzekere periode geweest. Velen waren bang voor het voortbestaan van de club. Wij hadden vanaf het begin vertrouwen in een goede afloop, maar je blijft natuurlijk afhankelijk van hoe de Rechtbank het ziet.'
Jordania kan nog tegen het vonnis in beroep gaan. Dat moet binnen drie maanden gebeuren.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login